Aan de branding van de Middellandse Zee tast Matías Piñeiro naar de vouwen van literaire adaptaties. In zijn Tú me abrasas deinen Cesare Pavese en dichteres Sappho met hem mee.
De nimf Britomartis verschijnt uit de zee met natte, kastanjebruine haren, in een knalrood badpak met een kleine gesp rond haar middel. Even gaat ze zitten op een rots, maar net zo snel duikt ze weer de golven in. Elders haalt de Griekse dichteres Sappho haar MIDI-keyboard uit de kast om een soundtrack te componeren, die steeds de huiselijke kwaliteit heeft van een muziekjam met vrienden. Tú me abrasas van de Argentijnse regisseur Matías Piñeiro is een allesbehalve rechtlijnige adaptatie van het hoofdstuk ‘Zeeschuim’ uit Cesare Pavese’s Gesprekken met Leuco. Hierin laat Pavese Sappho en Britomartis een hoogdravend gesprek voeren over verlangen, dood en verlossing, dat in Tú me abrasas gedurende 64 minuten een hedendaagse, kronkelende make-over krijgt. Niet het minst sturen de Griekse gesprekspartners tegenwoordig spraakberichten naar elkaar via WhatsApp. Tegen de achtergrond van een Mediterrane zomer op 16mm en in het gezelschap van een biologiestudente die op haar kamertje Pavese en Sappho leest, ontvouwt zich een fictief filmessay over de verhouding tussen woorden en beelden, en wat er in hun interactie ontstaat.
Als zinnelijk compendium bij Pavese’s cerebrale dialoog besteedt de film veel aandacht aan Sappho’s poëzie. In de zachte vertelstem van de verder naamloze biologiestudente weerklinken fragmentarische, met begeerte overladen zinnen van de lyrica. Toch is het verrassend genoeg niet het gesproken, maar wel het geschreven woord dat de toon van de film zet. Bladzijden uit boeken komen steeds in nadrukkelijke close-ups in beeld, de handen van de biologiestudente bladeren naar een voetnoot, zetten met paarse viltstift kruisjes bij haar favoriete passages, of tekenen doodleuk een rode appel bij een gedicht daarover. Deze papieren realiteit van het woord wisselt tijdens de dialogen af met innemende beelden van rijpe boomgaarden, frisse fonteinen en golven die breken op ruige kliffen. Sappho en Britomartis spreken met elkaar bijna zonder een frame te delen. Nadat Piñeiro gedurende een decennium adaptaties maakte van vrouwenrollen in stukken van Shakespeare, experimenteert hij hier op kleine schaal met een Bolex. Het technische leerproces daarvan, met alle nodige ‘foutjes’, krijgt bij wijze van regisseursdagboek een integrale plaats in de film. Het resultaat voelt warm en vrij aan, waar de dialogen toch vaak in een geforceerde letterlijkheid blijven steken.
Uiteindelijk vormt Tú me abrasas evenzeer een adaptatie van Pavese’s tekst als een reflectie op de mogelijkheid daarvan. Er is geen simplistische mise-en-scène, maar wel een onderzoek naar hoe we contact aangaan met de betekenissen om ons heen, of dat nu in teksten is of in gesprekken waarin onbegrip de kop opsteekt. Sappho’s gedichten, waar slechts fragmenten van overblijven, blijken hierin exemplarisch. Shots van marmeren, Griekse beelden, soms in brokstukken en als een lijfelijke puzzel weer bij elkaar gelegd, getuigen verder van de fragmentatie van betekenissen – alsof elk van ons zo een beeld is in de ogen van anderen. Zelf ervoer de regisseur naar eigen zeggen dan ook een zekere weerstand bij de tekst van Pavese, die zich niet direct blootgaf en daardoor fascineerde. Wat gebeurt er eigenlijk wanneer een tekst ons ontglipt? Soms lijkt het alsof Piñeiro met zijn publiek een leesoefening uitvoert, bijvoorbeeld in de manier waarop hij bepaalde zinnen van Sappho aanleert via herhaalde associatie met dezelfde beelden, of in hoe hij de kijker naar een voetnoot over Calypso loodst en die vervolgens ook verfilmt. Zo moffelt de film de weerstand van zijn onderwerp niet onder het tapijt van een gestroomlijnde film, maar verheft hij de noodzakelijke frictie daarmee tot zijn onderwerp. Daarin zit de eerlijkheid van Tú me abrasas: in een open ontmoeting met de weerstand van de woorden vindt het opnieuw een millennia-oude, Mediterrane warmte uit.
Hier vind je de vertoningsdata van Tú me abrasas op Film Fest Gent.
REGIE Matías Piñeiro
SCENARIO Matías Piñeiro
FOTOGRAFIE Tomas Paula Marques, Matías Piñeiro
MONTAGE Gerard Borràs
MUZIEK Gabi Saidón, María Villar
MET Ana Cristina Barragán, Maria Inês Gonçalves, Agustina Muñoz
PRODUCTIELAND Argentinië, Spanje
JAARTAL 2024
LENGTE 64 minuten
DISTRIBUTIE [geen reguliere distributie]
Hoe stellen we ons de toekomst van filmfestivals voor? Anders dan verleden en heden? Reizend door tijd en ruimte zoekt Dana Linssen hoe het verder kan, moet of had moeten gaan. Deze vragen voeden ook haar keynote op de Dag van het Filmberoep tijdens Film Fest Gent.
“Ek is dood”, schuddebuikt het nijlpaard Pepe met diepe stem. En dat is nog maar het begin van zijn filosofische mijmeringen.
In de klas van juf Ilkay, in de Weense wijk Favoriten, komt elke dag de hele wereld binnen. Zorgzaam weegt documentairemaker Ruth Beckermann het gewicht van beladen gesprekken en van schurende grenzen.
De vertoningen van de documentaire DIRECT ACTION op Film Fest Gent vinden plaats met een politie-actie tegen Gentse actievoerders vers in het geheugen. Gilles Vandaele en Leon Decock kijken samen apart naar hoe deze film zich verhoudt tot politiek verzet.
Radu Jude is berucht voor zijn onvermoeibaar vermogen om het donkere verleden van zijn land binnenstebuiten te keren. Met Bad Luck Banging or Loony Porn, zijn Gouden Beer-winnende nieuwe film, kijkt hij met een even chirurgisch precieze blik naar het heden.