Het kijken voorbij

Na een eerste gedachtewisseling waren Gilles Vandaele en Leon Decock nog niet uitgeschreven over de documentaire DIRECT ACTION. Hun nieuwe brieven buigen zich over de vraag welke plek een film kan innemen tussen de afgebeelde ervaring en de woorden die op de film volgen.

03.12.2024 | Gilles Vandaele Leon Decock

De eerdere briefwisseling lees je hier.

 

Beste Leon,

Ik ben je dankbaar voor je mooie antwoord. In je tekst lees ik hoop, strijdvaardigheid en terechte appreciatie voor het werk van Ben Russell en Guillaume Cailleau. Ik deel met jou veel positieve gevoelens ten aanzien van DIRECT ACTION. En toch wil ik oproepen om meer te verwachten van dergelijke films. Kunnen we niet wat meer verwachten dan het observerende, liefdadige perspectief?

Mijn vorige brief sloot ik af met een referentie aan wat ik het ‘toeristische’ noemde. Ik was me ervan bewust dat dit een harde en mogelijk te strenge beoordeling was van wat uiteindelijk een mooie en sympathieke film is. De woordkeuze kwam voort uit het gevoel dat Russell en Cailleau bleven steken in waarneming. Hun camera lijkt als enige doel te hebben om te representeren. Ze doen dat met een voelbare genegenheid. Toch blijft het bij die afstandelijke positie. Er wordt geen brug geslagen naar participatie. Publiek noch filmmaker wordt gevraagd om de eigen betrokkenheid of afstand in vraag te stellen.

Het is inderdaad zo dat Russell en Cailleau een heel bekoorlijk beeld schetsen van het leven in de ZAD (zone à défendre). De manier waarop ze de bioscoop benutten als een plaats om de tijd te nemen en te contempleren is bij momenten heel geslaagd. Maar hun film verandert nooit in iets meer dan een bezoekje op afstand. Het equivalent van een rondleiding waarbij de gids zijn kennis enkel uit boeken heeft gehaald en geen diepe terreinkennis heeft ontwikkeld. Dat verandert niets aan de schoonheid van wat we te zien krijgen. Maar wanneer we een complexe politieke situatie benaderen, doe ik dat graag met iets meer diepgang.

Je haalt de scène aan waarin het brood wordt gekneed. Die is inderdaad opmerkelijk. Bij mij liet deze scène echter evenveel vragen achter als appreciatie. Na de film sprak ik erover met een van de mensen die de Wondelmeersen bezette tot de uitzetting drie dagen voor de vertoning op Film Fest Gent. Zijn visie was dat dergelijke voorstellingen van arbeid alleen maar bijdragen aan de vervreemding van het voornamelijk middenklassenpubliek van de film. Het doet goed om de tijd te nemen om te kijken naar dergelijk handwerk. En de haptische capaciteit van film doet ons haast het gevoel krijgen dat we zelf de handen in het deeg steken. Maar dat is niet zo. We zijn toeschouwers in een comfortabele zaal op een boogscheut verwijderd van een plek die drie dagen eerder met de grond gelijkgemaakt werd.

Die positie van toeschouwer is niet inherent problematisch volgens mij. Zoals de aanwezigheid van veel van de bosbezetters van de Wondelmeersen aantoont, kunnen we beide doen. Hun aanwezigheid was merkwaardig omdat het de reflexieve mogelijkheid van een film als DIRECT ACTION duidelijk maakte. We kunnen de ene dag betrokken zijn en de volgende ons naar een cinema begeven om op adem te komen en te reflecteren over onze ervaringen en ons open te stellen voor nieuwe standpunten en ideeën. Het waarnemen van de arbeid in de ZAD kan ons aanzetten om zelf betrokken te raken. Maar daarvoor zijn cinematografische ingrepen nodig die Russell en Cailleau niet ondernemen. Hun afstandelijke en observerende blik blijft bij die van de kunstenaar met een voorliefde voor handwerk en berusting.

Net zoals jij was ik zeer getroffen door de laatste scène van de film, waarin drie ijverige journalisten enkele bewoners van de ZAD uithoren over een recent voorval. Het riep haast medelijden op met de activisten. Hoe ze met de moed der wanhoop proberen om de essentie naar de oppervlakte te laten komen. Terwijl de journalisten vraag na vraag opstapelen waaruit blijkt dat ze het gewoonweg niet begrijpen. Dat hun geleefde ervaringen zo ver staan van die van de bosbezetters en lokale boeren dat ze er hun hoofd niet rondkrijgen. Het is niet per se kwade wil. Gewoon een enorme kloof in hun respectievelijke perspectieven. Het is een van de dankbare momenten in de film waarin Cailleau en Russell scherp en kritisch te werk gaan.

Maar de driehoek militanten-journalisten-filmmakers die deze scène schetst, liet me met een zuur gevoel achter. Het is een evidentie dat Russell en Cailleau met hun geduldige beeldvoering ontsnappen aan de klassieke mediarepresentatie, die vaak neerkomt op sensationele beelden en platitudes. Maar op hun eigen manier misrepresenteren ze de ZAD evenzeer. Hun poging om van de ZAD een utopische slowcinemadroom te maken reduceert de plaats haast evenveel als de krantenartikels in de Franse pers de afgelopen jaren. Hoe welgemeend en lovenswaardig hun poging ook is, ze blijft voor mij nog steeds onvoldoende.

Ik kijk uit naar je repliek.

Veel liefs,

Gilles

 


 

Dag Gilles

Bedankt voor je woorden en gedachten. Ik lees dat je nog steeds reflecties mist over het werk dat in DIRECT ACTION wordt afgebeeld, maar ik vraag mij af of de film niet juist draait om het bescheiden werk dat jij als kijker levert?

Als jij de cinema binnengaat, waar gaat je verlangen naar op zoek? Is dat voor jou hoofdzakelijk een kwestie van informatie en inhoud? Of kan je ook iets vinden in wat afwezig is, wat buiten beeld wordt gelaten en de vragen die daarin verweven zitten? Hiermee wil ik geen pleidooi houden om de film enkel als een metanarratief te lezen, maar ik doel op de zoektocht naar een houding. Een die niet alleen rekening houdt met complexiteit van de ZAD, maar ook oog heeft voor de filmische toenadering ervan. Niet alleen de politiek van het onderwerp, maar ook die van het kijken en luisteren ernaar.

Waarom zouden de makers minutenlang aandacht spenderen aan repetitieve handelingen? Uiteraard vervreemdt die duur en traagheid een deel van het publiek, maar waarvan precies? Ik vermoed van bepaalde verwachtingen: het hardnekkige verlangen naar een ‘objectief’ beeld dat dichter bij de waarheid zou staan en de werkelijkheid beter onthult. Het geloof dat betrokkenheid enkel via de weg van meer informatie loopt, met behapbare beelden en klanken die de honger naar zelfgenoegzame empathie stillen.

In een poging om dat verwachtingspatroon te verbreken neemt DIRECT ACTION een voorsprong op mij, ordent de film de tijd op dusdanige wijze waardoor mijn oog niet vooraf weet wat het ziet en mijn denken niet vooraf weet wat het met deze informatie moet. In tegenstelling tot jou heb ik nooit het gevoel dat de handelingen in beeld binnen handbereik zijn. Wel ervaar ik hoe iets als de ZAD onttrokken wordt aan de alledaagse beeldenstroom en op deze manier zijn zintuigelijke rijkdom terugkrijgt.

Jij omschrijft dat als liefdadig, louter observerend, onvoldoende en weinig effectief. Films zoals DIRECT ACTION zijn in al hun zwijgzaamheid slecht gewapend tegen dat verbaal geweld. Nochtans ervaar ik het verstillen of afremmen hier niet als dromerig wegkijken. Het gaat om zintuigelijk heroriënteren, een houding die de mogelijkheid met zich meedraagt om anders geoefend de zaal te verlaten. Het aandachtig observeren is hier geen romantisch registreren, maar een blijk van vertrouwen van de makers in jou als kijker om zelf betekenis te vinden in de gestelde daden.

Geconfronteerd hiermee verlang jij meer uitleg, maar wat als verzet niet altijd in woorden hoeft te worden vertaald? Wat als het iets alledaags is, een geheim, een stilte, iets kwetsbaars dat liever buiten het beeld om gebeurt? Wat als dat bestaan, net als ieder ander, vervuld is van eindeloze tussenmomenten? Wat als repetitief brood bakken, hout hakken, boeren, verbouwen, vervelen en bewegen een wezenlijk deel uitmaken van de ervaring van de bezetters? Dan lijkt het me gepast om een vorm te zoeken die daarbij stilstaat. Een vorm waarin diepgang niet alleen schuilt in wat we zien, maar hoofdzakelijk in hoe we geduldig kijken en luisteren. Een vorm die de vraag stelt wat een betrokken beeld de dag van vandaag nog kan zijn. Een blijvende zoektocht naar een ander verwachtingspatroon, naar een verbeelding die niet stopt eens de film voorbij is.

Heb je ondertussen de inleidende tekst van het bijbehorende boek al eens gelezen? “Alors que le film DIRECT ACTION se veut contemplatif et silencieux, le livre DIRECT ACTION se propose d’en faire le contrechamp,…  pour étendre le travail vers les territoires de l’histoire, de la mémoire, du débat et de la stratégie militante.” Een tegenbeeld voor jouw gebrekkig beeld. Dat is ook wat ik je wil meegeven: dat er andere manieren zijn om betrokkenheid te voelen in cinema. Er komt heus wel een moment om te spreken, om de complexiteit te benoemen, maar tot die tijd kunnen we misschien de woorden even opzijschuiven en ons proberen verhouden tot de tussentijd.

Veel warms en hou je goed

Leon