Woede heerst in Pansy’s leven. Haar omgeving kan erover meespreken. Al is net haar spreken, een tierende alleenspraak, fascinerend aan Mike Leigh’s Hard Truths.
“You can’t go in and out of a supermarket without being harassed by those grinning cheerful charity workers begging you for money for their stupid causes. Why’ve they got to skin their teeth like that? Cheerful, grinning people… I can’t stand them. Loitering out there, demanding your hard earned cash. It’s a scam. They’re scamming people. Can’t trust them. They want your phone number, your e-mail… I asked one of them, I said, ‘why’d you want my postcode? I might as well give you my front door keys so you can break into my house, thieve half my things and kill my only child?’ And nobody called the police on them. Police won’t come anyway. They’re too busy, harassing black boys walking…”
Pansy (Marianne Jean-Baptiste) woont in een Britse wijk met witte huizen, in een wit huis met grijs meubilair en een tuin waar enkel gemillimeterd gras groeit. Haar zoon Moses (Tuwaine Barrett) sluit zich op in zijn kamer met zijn miniatuurvliegtuigjes en haar man gaat na zijn werk direct het tuinhuis in. Je kan het hen niet kwalijk nemen: vanaf het moment dat Pansy roepend wakker wordt, begint ze hen te terroriseren met lange preken vol kritiek en zelfmedelijden. Hoe kon het zover komen?
Eerst en vooral is Hard Truths van Mike Leigh een drama over het dagelijkse leven. Pansy en Chantelle (Michele Austin) verloren hun moeder, Pansy kan zich er niet toe verhouden en reageert het af op haar gezin en alle andere mensen om zich heen. De narratieve draad rond Pansy en Chantelle strekt zich uit en haakt in op de kleine momenten in de hen omringende levens. Moses die over straat wandelt met een koptelefoon, het uitgaansleven van de dochters van Chantelle, verhalen over moeilijke mannen in het kapsalon… kleine dingen. In die kleine verhalen ontrolt zich het leven. Moses bijvoorbeeld, die in het oog van de storm zit, komt amper aan het woord maar we krijgen wel te zien hoe hij lastiggevallen wordt op straat, dat hij aan niemand zegt waar hij heen gaat, hoe hij naar binnen krult. In een scène tegen het einde van de film zien we hem bij het Eros-standbeeld zitten bij Piccadilly Circus. Er is geen dialoog, enkel stadsgeluiden, maar we kunnen zien hoe hij zijn koptelefoon afzet om snoep te delen met een meisje dat naast hem zit. Het is zoals het is: soms hard, soms zacht. De harde waarheden van het dagelijkse leven, maar ook tedere momenten.
Pansy is het enige personage dat compleet vierkant loopt. Misschien is ze al tot het einde gedreven, misschien is ze altijd al somber geweest, de uitkomst is hetzelfde. Er lijkt in haar een korrel ontevredenheid te zitten, die er al lang zit, en waar zich door de jaren heen steeds meer irritaties en ontstekingen zijn rond gaan wikkelen. Wie vriendelijk is, krijgt vriendelijkheid terug, zegt Chantelle tegen haar dochter. Het omgekeerde is evengoed waar. Pansy, die vriendelijk is tegen niemand, kan op niemands vriendelijkheid rekenen, behalve die van Chantelle. Zij is de enige koppig genoeg om vriendelijk te blijven. Dat kan niet gezegd worden van het verkooppersoneel in een zetelwinkel, een man die wil parkeren, een jonge dokter, een tandarts… die allemaal roekeloos door Pansy worden aangevallen en het na een paar keer heen en weer ook wel gezien hebben. Pansy wordt harder. Ze haat mensen.
Hard Truths rekt het begrip waarheid langs alle kanten. Dagelijkse situaties worden tegenover absurditeiten geplaatst. De poëtische scheldtirades van Pansy bijvoorbeeld, maar ook in het personage Virgil, een medewerker van Pansy’s echtgenoot die de weinige keren dat hij in beeld komt gedetailleerde historische feiten uit de doeken doet over Haydn en de Big Ben. Een klant van Chantelle, die kapper is, vertelt haar over haar man die vreemdgaat en op haar zenuwen werkt, maar brengt het verhaal zo dat een terugkerende droom de voorgrond neemt. In de droom cirkelen er vissen rond zijn benen. “Hoe oud is ze deze keer”, vraagt Chantelle geschrokken. Bij Pansy is de vlucht naar het absurde het duidelijkst. Haar scheldtirades beginnen vaak met een kleine reële irritatie, maar escaleren al snel tot een punt waar de band met de realiteit ver te zoeken is. Een winkelmedewerker die vraagt of ze hulp kan gebruiken wordt een onbeleefde trien die haar lastigvalt, en iemand die haar aanspreekt op de parking een aanvaller, die misschien wel een mes bij zich had. Naast absurd zijn haar preken ook ongelofelijk ritmisch. Ze worden voorgedragen als monologen. Pansy spreekt vaak in bijzonder lange zinnen met evocatieve beelden, zoals een baby met een mes in zijn zakken en ongeordende wildernis (wanneer ze naar haar perfect overzichtelijke tuin verwijst…). Onder andere de herhaling van woorden (It’s a scam. They’re scamming people.), alliteratie (cheerful charity workers; busy harassing black boys…) en assonantie zijn rijkelijk aanwezig. In combinatie met het expressieve acteerwerk van Marianne Jean-Baptiste transformeren de tirades zo van het niveau gefrustreerde vrouw in de supermarkt tot theatrale alleenspraak.
Op zich vreemd voor een film die verder alles zo realistisch in beeld brengt. Maar ook net helemaal niet. Het doet me denken aan een discussie die ik ooit had met een vriend. Het punt ter discussie was dat je pijn beter kan uitdrukken in poëzie. Ik dacht toen absoluut van niet. Het leek me bizar dat de waarheid geweld aandoen met stijlfiguren je dichter bij de waarheid kan brengen. Ondertussen denk ik er anders over. Sommige dingen, kleine harde dagelijkse dingen, maar ook de dood, leegte en angst, stoten op het einde van je woorden. Zeker als het complex wordt, als alles zich in een onoplosbaar kluwen werkt. En het enige wat je dan kan doen om het onder woorden te brengen is, net zoals Pansy, overdrijven, construeren en reciteren.
REGIE Mike Leigh
SCENARIO Mike Leigh
FOTOGRAFIE Dick Pope
MONTAGE Tania Reddin
MUZIEK Gary Yershon
MET Marianne Jean-Baptiste, Michele Austin, David Webber
PRODUCTIELAND Verenigd Koninkrijk, Spanje
JAARTAL 2024
LENGTE 97 minuten
DISTRIBUTIE Cherry Pickers
RELEASE 26 maart 2025 (België), 6 maart 2025 (Nederland)
Zoals voor Alain Guiraudie een meer eerder niet zomaar een meer was, is nu een bos niet zomaar een bos. En dat ligt heus niet alleen aan de penisvormige paddenstoelen.
In Bird van Andrea Arnold komt kijken vanuit vogelperspectief vooral neer op níét filmen, hoe vreemd dat dezer dagen ook is.
Voor hun nieuwste film Tori et Lokita ontvingen Cannesroyalty Jean-Pierre en Luc Dardenne een speciale prijs op de 75ste editie van ’s werelds grootste festival. Op hun lauweren rusten doen ze evenwel niet. Solidariteit blijft centraal staan, maar is hun visie daarop aan het verschuiven?
India. Zomer. Een ziekenhuis. Allerlei lichtjes. All We Imagine as Light wiegt en wiebelt mee met drie werkneemsters van een hospitaal in Mumbai en de handelingen die hun dagelijkse leven vormen. Als vanzelf.
When the Light Breaks balt een rouwproces in één dag, met stevig botsende contrasten: tussen alledaags en alles overstijgend, tussen kleine en grote emoties, tussen performance en concept. “Heb je misschien een sigaret voor mij?”