In samenwerking met Film Fest Gent publiceren we in de reeks ‘Wide Angle’ reflecties bij filmvertoningen. Een afdaling in Il buco brengt verdieping aan de oppervlakte.
Het magazine Epoca moet eraan geloven. Uitgescheurde pagina’s van het populaire actualiteitenblad dwarrelen door de duisternis. JFK op de kleurrijke cover en glamoureuze prenten binnenin gaan in vlammen op, geven even licht en botsen tegen de steile grotwanden van de Abisso del Bifurto in Calabrië voor ze finaal opbranden tot as. Mogen we dat allegorisch lezen, in deze historische reconstructie van Michelangelo Frammartino? Offert hij de relieken van de Geschiedenis met grote G en de statussymbolen van het grote kapitaal aan een kleine, ondergrondse exploratie? Zijn toegewijde aandacht voor het herdersleven bovengronds lijkt dat te staven, nog versterkt door het contrast met de beate televisiedocumentaire – getoond op een toestel in een dorpsstraat – over de Pirellitoren in Milaan, destijds in de jaren zestig de hoogste wolkenkrabber van Italië.
Il buco – platweg ‘het gat’ – kijkt liever anders naar wolken dan langs die betonnen belichaming van de Italiaanse naoorlogse economische boom. Mist en wolkenpartijen drijven over het gebergte en de uitgestrekte groene weiden waartussen de Bifurto-grot weggestopt ligt. Vanuit die grot tuurt Il buco de hoogte in naar een blauw hemelgewelf bezaaid met vage witte wolken. Het glasheldere karakter van de Pirellitoren en de reportage erover ruilt Frammartino, architect van opleiding, in voor een onzekere zoektocht in het duister. De sensatie van etage per etage te kunnen binnenkijken in Noord-Italiaanse kantoren waar het miracolo economico zich voltrekt, legt het af tegen een afdaling naar het donkere onbekende in het zuiden, waar mirakels tijdlozer lijken. De beweging is even verticaal, maar minder met het oog op menselijke hoogmoed en meer op kronkelend kijken.
Hoe dieper Il buco de grot in gaat, hoe sterker een andere allegorie zich manifesteert. Gehuld in het duister, met de lichtflikkering van vuur en lampen die bewegende schaduwen op de wanden tekent, neemt de ondergrondse expeditie de gedaante aan van een bioscoopervaring. Frammartino’s woordeloze verkenning gaat niet zo ver als Werner Herzog die in Cave of Forgotten Dreams (2010) bij een bezoek aan de Chauvet-grot in Zuid-Frankrijk protocinema ziet in een bizon met acht poten, die beweging suggereren, en in het schaduwspel bij toortsen, dat hij linkt aan Fred Astaires silhouettendans in Swing Time (1936). Frammartino is veel zuiniger met woorden dan Herzog; de weinige vaagweg te horen Italiaanse dialogen in Il buco blijven onvertaald. En hij schuwt een grandioos gebaar als dat van Herzog die Chauvet met z’n rotstekeningen bestempelt als de geboorteplaats van de “moderne menselijke ziel”.
Zwijgzaam observerend dan wel jagend op mystiek delen Frammartino en Herzog toch een fascinatie voor de eindigheid van de mens, voor het futiele én levensbepalende spel met (zelf)beelden waarmee die zich onderscheidt van andere dieren. Onder de oppervlakte vinden ze verdieping. Niet in de opgejaagde tijd van Epoca, maar in de gestolde tijd van Bifurto. Tegelijk botst deze allegorie, handzame metafoor voor filmcritici ook, waarin oppervlakte onderdoet voor verdieping, hier op haar grenzen. Want net in de oppervlakte vindt Il buco verdieping. Net de vormen die zich aftekenen en vervolgens weer verbergen op de rotswanden, net de fragiele en bij uitstek vlakke projecties, graven diep.
Daarbij overheerst niet zozeer de immersieve ervaring die film ons – tot op zekere hoogte – laat beleven. Een bezoek aan de bioscoop brengt je niet naar een Zuid-Franse of Zuid-Italiaanse grot, en al zeker niet naar de holbewoners die er ooit in rondwaarden. Hoe dichtbij ook, film is altijd afstand. Het is deze afstand die vormgeeft. Daarvan doordrongen zijn Cave of Forgotten Dreams en Il buco films die het onoverbrugbare in tijd en ruimte tot hun kern maken. Ook al is die kern zo broos dat aanraken niet, nooit kan. In Chauvet dreigt menselijke aanwezigheid zelfs de sporen van het verleden te vernietigen. En Il buco laat de afdaling parallel lopen met een doodsstrijd bovengronds. Als er nog iets overblijft, is het oppervlakte: getekende lijnen, geprojecteerde schaduwen, letters die nog geen vuur hebben gevat.
Bij de reeks ‘Wide Angle’ hoort ook een podcast. De aflevering over Il buco kan je hier beluisteren. Met dank aan Film Fest Gent en Urgent.fm.
In samenwerking met Film Fest Gent publiceren we in de reeks ‘Wide Angle’ reflecties bij filmvertoningen. Vanuit een nieuwe woonst schrijft Bart Versteirt over hoe Ozu de huiselijke ruimte verkent in Tokyo Story.
In samenwerking met Film Fest Gent publiceren we in de reeks ‘Wide Angle’ reflecties bij filmvertoningen. Tussen haar vingers door keek Inge Coolsaet naar Vortex, de nieuwste film van Gaspar Noé.
In samenwerking met Film Fest Gent publiceren we in de reeks Wide Angle reflecties bij filmvertoningen. In de eerste aflevering verwijlt schrijver Michaël Van Remoortere naar aanleiding van Ryusuke Hamaguchi’s vrije Murakami-adaptatie Drive My Car bij lezen, liefde en leven.
Details doen ertoe in de films van Asghar Farhadi. Schijnbaar onooglijke handelingen hebben verstrekkende gevolgen, ook als hij ze moedwillig buiten beeld houdt of wegstopt tussen tirades van personages die wegzakken in een moeras van morele ambiguïteit. Zoals de held van A Hero, wiens heroïek vluchtig blijkt.
Het boek Memoria schetst herinneringen aan het maken van een film. Het is een making-of die – zoals het werk van Apichatpong Weerasethakul – de filmbeleving in haar vele vormen boven alles plaatst.