Briefwisseling: Courtisane

Fantômas ontvangt en stuurt briefpost vanuit de filmzaal en wandelgangen. Ditmaal een bericht van op het festival Courtisane in Gent.

29.10.2021 | Bjorn Gabriels

Dag Courtisane,

Brieven, zijn die nog van deze tijd? En wat dan met postkaarten? Behoren die tot de ruimte van de bijna dertig jaar geleden overleden criticus en cinefiel Serge Daney, voor wie postkaarten als “absolute beelden” voorafgingen aan zelfs zijn liefde voor film?

Vroeg in de studentenfilm A New Life, A New Fight van Elettra Bisogno en Hazem Alqaddi verschijnt plots een briefje van de cineast Michel Khleifi: “Nous ne pouvons atteindre la vérité qu’en dénonçant la logique et les systèmes qui nous transforment en victimes et persécuteurs potentiels.” De voorafgaande openingsscène toont Elettra en Hazem in gesprek over hun filmproject. Ze willen niet vervallen in de al te vaak terugkerende patronen van filmmaker-beeldensteler en migrant-slachtoffer. Elettra maakt liever niet zomaar een documentaire over Hazem; Hazem vindt samenwerken en samenzijn alleen de moeite als beide uit het hart komen: “Ask me some questions from the heart, Elettra!

Zoals brieven kunnen films overbruggen, of daartoe minstens een poging wagen. Ze zijn in min of meer vaste vormen gegoten toenaderingen van de ene tot de andere, van het ene tot het andere. In Chantal Akermans documentaire De l’autre côté (2002), door monteur Claire Atherton met nadruk aangekondigd als een politieke film, leest een bij de Mexicaans-Amerikaanse grens gestrande migrant een tekst voor, gezeten aan het hoofd van een tafel met lotgenoten. Zijn woorden van hoop en wanhoop over de verlangde oversteek naar de Verenigde Staten brengen verstilling aan tafel en in de filmzaal. Helemaal vooraan in beeld dept een man besmuikt zijn tranen. Akerman is heus niet alleen een cineast van gestrenge beeldkaders.

Een expliciete briefvorm kenmerkt dan weer Lettre de Beyrouth (1978) van Jocelyn Saab. Zij keert daarin terug naar haar door een burgeroorlog kapotgevochten geboortestad Beiroet en dwaalt er door de straten om te praten met passanten, busreizigers en taxichauffeurs. Op een bijna verdacht rustig moment zet ze zich neer op een zonovergoten, zij het verlaten terras om een brief te schrijven. Haar woorden begeleiden in voice-over ook de beelden van Beiroet. Een reportage als een persoonlijke, politieke én poëtische brief.

Ook persoonlijk, maar in een heel ander register verkent Soft Fiction (1979) van Chick Strand in veelal lyrische close-ups vrouwelijke sensualiteit en seksualiteit. Uit een aan Strand geschreven brief horen we een openhartige verklaring over zowel gedwongen als gewild-vrijblijvende seks. Toepasselijk hoe Soft Fiction de grenzen van het briefgeheim opschort en het private, maar maatschappelijk zo relevante de ruimte gunt in een film die het hoogstpersoonlijke tot politieke poëzie maakt. Artist in focus Sandra Lahire – een fervent en soms furieus brievenschrijver – maakt een soortgelijke beweging: in de voice-over bij de kortfilm Arrows (1984) citeert ze een brief die ze ontving van een tienermeisje als antwoord op haar vraag om ervaringen met anorexie te delen. Schrijven en filmen bieden – in vorm en inhoud – antwoord op vastgeroeste gedachten. Zelf schreef Lahire op 28 juni 1991 in een brief aan The Guardian, geciteerd in de Courtisane-publicatie Living on Air. The Films and Words of Sandra Lahire: “A medium like film, in which she [dichter Sylvia Plath] can speak for herself and make poetry a communal cinematic act is one way out of the treadmill of personal invective.”

Naast deze films die letterlijk een brief of postkaart opvoeren, voelden andere eveneens aan als correspondentie, en niet minder gericht op een “communal cinematic act”. In City Hall (2021) van Frederick Wiseman, seismograaf van de Amerikaanse samenleving, steekt het bureaucratische briefverkeer in de stad Boston hier en daar nog wel de kop op, maar draait het vooral om het discours van burgemeester Marty Walsh – huidig secretary of labor in het kabinet-Biden – en hoe dat zich verhoudt tot de diverse gemeenschappen in zijn stad. In een aaneenschakeling van politieke speeches en momenten van buurtoverleg zien we een stad worstelen met inclusie en gemeenschapsvorming terwijl toenmalig president Trump vooral bruggen opblaast.

Ver van de politiek-administratieve cenakels maar niet minder politiek blijven gemeenschapsportretten małni—towards the ocean, towards the shore (Sky Hopinka, 2020) en The Works and Days (C.W. Winter & Anders Edström, 2020) resoneren. Hopinka’s taal (Chinook Wawa) en woorden op de voice-over komen voort uit gesprekken en mythes, vormen de begeleiders van een meanderende mijmering over leven, landschap en dood. Die drie-eenheid staat ook centraal in The Works and Days, een film als een acht uur durende postkaart, verzonden uit een plattelandsdorp nabij Kyoto in Japan. Bescheiden, al te bescheiden aangekondigd als: “From one basin to another – stuff and nonsense.

Een flink deel van de tijd brengt The Works and Days door met het sociale ritueel van het drinkgelag, met familie en vrienden rond een tafel, reflecterend over nooit echt onbenullige onbenulligheden. Ook zulke samenkomsten kennen jullie, op Courtisane. In de hal van Zaal 3 in Sphinx – sinds kort gered door een filantrope filmliefhebber – belandde ik tijdens de slotavond per abuis bijna op de foto die jullie namen met de hele Courtisaneploeg. Tot photobombing kwam het net niet. Een waar geluk, al was het maar omwille van dat affrontelijk begrip… photobombing. Dat ongepast inmengen in het kader, die zelfzucht verheven boven mise-en-scène. Geef mij maar de heerlijke plek in het buitenbeeld van jullie groepsportret, beseffend dat de beelden die jullie naar Gent halen de antithese zijn van zo’n beeldbombardement. Jullie groepsfoto zal niet op een postkaart belanden, zoveel is zeker. Toch bevestigen dat moment in de coulissen van Courtisane en vooral de films die jullie tonen dat postkaarten en brieven schrijven nog een rol te spelen hebben. En veel meer tot deze tijd behoren dan de slippendragers van de hap-snap-snel-weg-actualiteitsdwang ons willen doen geloven.

Tot in april, en stuur een kaartje van onderweg,

Bjorn