Briefwisseling:
Film Fest Gent II

Tijdens Film Fest Gent ontvangt Fantômas briefpost vanuit de filmzaal en wandelgangen. Met een vers gedrukt printnummer onder de arm lezen en kijken we mee.

19.10.2021 | Inge Coolsaet

Hallo Fantômas,

Gij spook. Waar was je vorige week? Ik had je raad kunnen gebruiken op mijn eerste festivaldag. Animals van Nabil Ben Yadir en Große Freiheit van Sebastian Meise stonden op het programma en onderweg naar Kinepolis sloop de twijfel toch binnen. Het zijn vast verdienstelijke films, maar jezelf onderwerpen aan 210 minuten back-to-back gaybashing van het fataalste soort is geen aantrekkelijk vooruitzicht. Als de film te dicht bij huis komt, hoeft een wrede remake van de werkelijkheid misschien niet.

Dan liever films die een aanzet geven om die pijnen en trauma’s te verwerken. Laat dat net precies zijn wat Panah Panahi doet met Hit the Road. Een gezin trekt door een desolaat Iraans landschap. De bestemming is niet vrolijk. De oudste zoon zal namelijk aan de grens worden afgezet, waar mensensmokkelaars hem opwachten. Zonder het intense verdriet van de familieleden uit de weg te gaan – de personages krijgen elk een eigen scène waarin ze de diepe smart om zijn vertrek uitdrukken – ligt de focus op de gezellige chaos in de wagen en de liefde die ze voor elkaar voelen. Er wordt gezongen, gestaard, gedanst, geschreeuwd en gezucht. De mopjes – al dan niet flauw – volgen elkaar op en de passagiers werken op elkaars zenuwen, precies zoals dat hoort tijdens zo’n lange autorit.

Ook de post-lockdownfilm Années 20 van Elisabeth Vogler zoekt vrolijke luchtigheid op. Net als Hit the Road plaatst deze anderhalf uur durende plan séquence het gekeuvel van de personages centraal. Banaal is zowaar in zwang. De fluïde vermenigvuldiging van ordinaire gespreksonderwerpen staat echter in het teken van een dringende behoefte aan menselijk contact na een lange periode zonder. Parijs lijkt met hunkerende, hongerige, hevige dertigers achter elke straathoek in deze nostalgische filmmijmering wel uit zijn voegen te barsten.

De wereld bestaat niet (alleen) uit koetjes en kalfjes. Mijn brief is dan ook geen pleidooi voor feelgoodfilms. De teruggevonden geborgenheid van de bioscoop riep de voorbije dagen echter vragen op. Als film een empathiemachine is, kan de zaal zelf dan ook een empathische ruimte zijn? De helende kracht van het immersieve, collectieve kijken is bij dit druilige herfstweer bijzonder tastbaar. De films wikkelen zich om je heen en werken hart- en geestverheffend. Het geweld is – in dit festivalprogramma en in de wereld – onvermijdelijk, maar ik kijk liever naar films die de kijker voorbij het rauwe geweld en – Susan Sontag indachtig – voorbij pain gazing kunnen helpen.

Dat niet alleen filmkijken maar ook filmmaken therapeutisch kan zijn, blijkt uit meer dan één film tijdens Film Fest Gent. Bjorn schreef er al over in zijn brief: in de geanimeerde documentaire Flee worden de meest traumatische etappes van Amins vlucht uit Afghanistan abstracter weergegeven dan andere scènes. Het intense verdriet en de gruwel van zijn relaas wegen al genoeg door. De nadruk ligt vooral op de lichtpunten van zijn moeilijke tocht: een ontmoeting, een solidair gebaar, een uitgereikte hand. Maar ook de hapering, de moeizaamheid van het vertellen krijgen een plaats. Uit vrees voor de consequenties vertelde Amin zijn verhaal nooit eerder. Het filmmaken wordt daarbij als instrumenteel weergegeven. De regisseur is een jeugdvriend, komt verschillende keren in beeld en geeft duidelijk aan dat Amin zelf het vertelritme bepaalt.

In The Souvenir Part II van Joanna Hogg zien we eveneens het maakproces in de film. Iets te veel misschien. Of in ieder geval meer dan in The Souvenir I. De helende kracht van film krijgt bij Hogg twee dimensies. Als studente maakte ze een film over een (af)gebroken liefdesrelatie. Als gevierd cineaste maakt ze, in twee delen, een film over diezelfde studentenfilm. Trauma en verleden worden verwerkt, daar heeft Joanna net als Amin tijd (en verschillende films) voor nodig. De schets van de Britse klassenmaatschappij, die de kapstok vormde waaraan het eerste deel van Hoggs semi-autobiografische verhaal werd opgehangen, verdwijnt hier echter op de achtergrond, waardoor het tweede deel aan scherpte inboet.

Ook in Memoria, de nieuwste film van Apichatpong Weerasethakul, krijgen het helen en de tijd een belangrijke plaats. Maar daar weet jij vast alles van, Fantômas. Edwin Carels wijdde in je eerste nummer een heel essay aan de film, daar hoef ik niets aan toe te voegen.

Ik zie je in de zaal?

Inge