De ware inhoud van Son-Mother verschuilt zich achter een donker doek. Man en vrouw, moeder en zoon worden tegenover elkaar geplaatst, tussen hen verschijnen de diepste afgronden. Ook als toeschouwer kijk je soms angstig neer op koude, kolkende diepten.
Son-Mother (2019) is een boteerlijk familiedrama, doch met een stalen harnas. Het fictiedebuut van de Iraanse regisseur Mahnaz Mohammadi komt na twee jaar in Belgische bioscopen. Het Iraanse filmlandschap is geen windstil gebied. Als kijker zeil je er onophoudelijk van arthouse met een rijke, levende erfenis van moderne kunstenaars over de commerciële B- tot de verbannen Z-cinema (zoals de populaire, vaak onhandig gemaakte filmfarsi). Bij die tweede groep zit het grote geld. De eerste krijgt in Iran dan weer vaak de wind van voren, zo weet ook Mohammad Rasoulof, scenarist van Son-Mother en cineast van internationale festivalfavorieten als Manuscripts Don’t Burn (2013), A Man of Integrity (2017) en There is No Evil (2020), die hem lokaal celstraffen opleveren. Samen met Mohammadi plaatst hij Son-Mother eveneens in de arthousecategorie en zeilen doet ook die op zijn eigen manier.
De film opent met een lichtelijk enerverende dans tussen close-up en medium shot. We zien machine, fabriek, een hand. Dan weer stoom, metaal en een oog. We maken kennis met Laila (Raha Khodayari), een weduwe met twee jonge kinderen. Om rond te komen — en dat dan nog amper ook — moet Laila alle dagen hard werken in een oude fabriek. Ze is een aantrekkelijke en sterke vrouw. Geleidelijk en ambigu onthult de film haar karakter. Steeds gesluierd en op haar hoede, steeds hard en kordaat tegenover de buitenwereld, krijg je nu en dan glimpen te zien van wat er zich wortelt onder haar hoofddoek, in haar hart.
Son-Mother valt in twee delen uit elkaar. Deel een heet moeder, deel twee zoon. Die opdeling signaleert meteen een narratieve verdeeldheid en een fragmentarische subjectiviteit. Daarbij komt Laila vaak gedecentreerd in beeld. Telkens vult ze slechts de helft van het scherm, als om te benadrukken dat een weduwe geen volledig persoon is, maar een wederhelft, die opnieuw aangevuld moet worden. Het hele plaatje van de film drukt zo instabiliteit uit, grotendeels in lijn met de sociale gemeenschap in het Iran van vandaag.
Dit is Iran na Abbas Kiarostami. Son-Mother speelt zich af in een hedendaags, totaal onromantisch Iran: geen dromerige landweggetjes, geen olijfbomen, geen rozige zonsondergangen. De stad valt uiteen in blauwe en beige fragmenten. Niet enkel het landschap, de hele gemeenschap waarin Laila zich bevindt is koud en kil. Haar collega’s in de fabriek zijn in eerste instantie onruststokers en roddelaars. Buiten de werkomgeving moet Laila steeds opnieuw de opdringerige buschauffeur Kazem (Rezaa Behbudi) onder ogen zien. Vriendschap is schaars en zelfs kennis Bibi (Maryam Boubani) maant Laila steeds opdringeriger aan de hand van Kazem te aanvaarden. “Als een vrouw een man heeft, is het leven beter.” Zorgen genoeg, maar Laila kan Kazems hand niet aanvaarden. Kazem heeft immers al een dochter en kan dus Laila’s zoon Amir van dezelfde leeftijd niet in huis nemen.
Laila staat voor een onmogelijke keuze: alleen blijven met onvoldoende geld voor haar kinderen, of trouwen met Kazem en een van haar kinderen opgeven. Actrice Khodayari speelt met een afstandelijke, soms bevreemdende vastberadenheid. Slechts zelden druppelt emotie door haar in ijs gehouwen gezicht. Enerzijds bemoeilijkt dat om met het personage mee te voelen, anderzijds staat Son-Mother op deze manier dichter bij de realiteit. Een land waarin vrouwen nog steeds structureel en op grote schaal onderdrukt worden, kan geen vrouwelijke personages voortbrengen die openlijk hun onmin uiten met de Iraanse maatschappij, waar eer zo belangrijk is. Door Laila achter een zeil te verschuilen, beschermt Mohammadi haar. Haar zeldzame passie en emotionele uitbarstingen zijn een belangrijk politiek statement.
Het leven is een mijnenveld. Dat ontdekt ook Amir (Mahan Nasiri), op wie de tweede helft van de film zich richt. Naar een plan van zijn moeder en de belofte dat dit de enige manier is om in elkaars leven te blijven duikt hij onder in een school voor doven en minderbegaafden. Zo kruipt hij in de rol van zijn moeder: door niet te spreken, niet te horen, zal hij zichzelf kunnen redden. Opnieuw zien we een protagonist als een emotioneel onbeschreven blad, met hier en daar een scheurtje. Hoewel zowel Amir als Laila het zwijgen opgelegd is, werkt de grote afstand tussen kijker en personage na een uur speeltijd langzaamaan frustratie in de hand. De zwakke special effects en minieme sounddesign zorgen ervoor dat de kijkervaring een ware inspanning wordt.
De uiteindelijke confrontatie tussen Kazem en Amir is evenwel een sterk staaltje storytelling. Regisseur Mohammadi weet op een subversieve manier vooroordelen te weerleggen en vervaagt de grens tussen goed en slecht. De boodschap van de film is namelijk dat mannen en vrouwen geen goede of slechte mensen zijn, maar dat een oneerlijk systeem slechte daden voortbrengt. De koude blijft aanslepen. Beloftes blijken vergeefs. Alles blijft blauw en daarin schuilt geen subtiel verdoken kritiek. Blauw in Iran representeert de hemel. Aan Gods wil kan niemand ontkomen.
REGIE Mahnaz Mohammadi
SCENARIO Mohammad Rasoulof
MUZIEK Amir Molookpour
MET Raha Khodayari, Mahan Nasiri, Reza Behbudi
PRODUCTIELAND Iran
JAARTAL 2019
LENGTE 102 minuten
DISTRIBUTIE MOOOV
RELEASE 6 oktober 2021
OORSPRONKELIJKE TITEL Pesar-Madar
Deze film kan je momenteel zien op Picl.be.
In François Ozons familiedrama Tout s’est bien passé worden de rollen omgekeerd. Dochter Emmanuèle wijdt haar leven volledig aan haar vaders laatste wens: de wens om te sterven. Ozon belicht niet de emotionele maar de praktische kant van dit proces, want – zo staat Willem Elschot hem bij – “tussen droom en daad staan praktische bezwaren”.
Liesbeth De Ceulaers docufictiefilm Holgut verbindt mythes en legendes uit het verleden met gemoedelijke gesprekken in het heden en droombeelden over de toekomst. In alle drie waart iets van de lang uitgestorven mammoet rond: soms slechts een afdruk, soms een enkele slagtand, soms het hele beest met huid en haar en knipperende tekenfilmogen.
Uit voormalige Oostbloklanden komen er sporadisch ‘revisionistische’ films, waarin een nieuw licht wordt geworpen op historische fenomenen die tijdens de Koude Oorlog in de doofpot waren gestopt. Enkele voorbeelden zijn Sunshine (István Szabó, 1999) en Katyń (Andrzej Wajda, 2007). Andrej Kontsjalovski’s Dear Comrades! sluit daarbij aan.
Bijna vijftig jaar na Ingmar Bergmans iconische Scenes from a Marriage (1973) waagt regisseur-scenarist Hagai Levi zich aan een hedendaagse, Amerikaanse remake. Vraag blijft of Levi ook iets nieuws weet te vertellen over de ontwrichting van een getrouwd koppel anno 2021, hier met verve vertolkt door Jessica Chastain en Oscar Isaac.
CINEMATEK brengt hulde aan de visionaire Belgische kunstenaar en filmmaker Thierry Zéno zaliger. Uit de recente restauratie van zijn werk vloeit een dubbele dvd-release met drie van zijn inktzwarte films. Het is een wonderbaarlijke en bijzonder wrange collectie van de meest controversiële filmmaker die België ooit mocht kennen.