Rouw neemt vele vormen aan, stelde Nicolas Roeg in een terugblik op zijn film Don’t Look Now (1973). In Valdimar Jóhannssons Lamb neemt rouw de vorm aan van een merkwaardig lammetje. Godsgeschenk of duivelsgebroed, het biedt een tweede kans aan een kinderloos koppel in een onuitgesproken relatiecrisis.
De dingen gaan geruisloos hun gangetje op de afgelegen boerderij van schaapherders Ingvar (Hilmir Snær Guðnason) en María (Noomi Rapace, de Zweedse actrice groeide op in IJsland). Ze werken en leven er even zwijgzaam als de natuur rondom hen, maar in de alledaagsheid van hun bestaan tonen zich de littekens van een gedeeld verlies. Een zeldzaam gesprek aan de keukentafel, over tijdreizen, maakt tastbaar hoe diep verdriet de twee uit elkaar heeft gedreven. Hij vindt het prima in het hier en nu, zij zou willen teruggaan. Dat verandert wanneer een van de schapen bevalt van een bizarre kruising tussen dier en mens. De eerste blik van elk zegt veel; de stugge Ingvar kijkt met afschuw toe terwijl een verwonderde María de pasgeborene hoopvol in de armen neemt. Ze besluit haar de naam Ada te geven. Waarom begrijp je gauw genoeg, net als haar beslissing om het schepseltje op te voeden alsof het hun eigen kind is. Een logische verklaring doet er minder toe voor de nieuwbakken ouders. Belangrijker wordt hoever María zal gaan om vast te houden aan hun precaire geluk. Naast het vraagteken rond Ada’s vader voeren de aanwezigheid van haar echte moeder en de komst van een buitenstaander María’s beschermingsdrang verder op.
Uit die narratieve vezels poogt debuterend regisseur Valdimar Jóhannsson voldoende plot te spinnen met coscenarist Sjón (een veelzijdig schrijver, getuige onder meer zijn dichtbundels, romans en liedjesteksten voor zangeres Björk). Helaas voelt de ragfijne premisse uitgerafeld tegen het einde van het driedelige verhaal. Onder het mom van mysterie houden Jóhannsson en Sjón het vooral bij losse eindjes. De dualiteit van de mens, de offers die ouders brengen en vooroordelen over de gemengde afkomst van kinderen raken louter aan de oppervlakte. Antwoorden gaan onderweg verloren of blijven eerder gemakshalve uit. De donkere proloog op kerstavond zet nochtans de toon. In vele volksverhalen zijn onheil en voorspoed twee kanten van dezelfde munt. Haar liefde voor Ada vertroebelt geleidelijk aan María’s gedachten, zoals de mist die over het land neerdaalt. Het landschap en natuurlijke licht dicteren de genuanceerde tinten van de boerderij en haar bewoners; blauw, groen en bruin in een palet van aardse en koele kleuren. Geïnspireerd op de folklore en mythes van IJsland drijft Lamb vooral op sfeerschepping en een vertrouwde esthetiek.
Het zal niet verbazen dat de film zijn distributie in de Verenigde Staten heeft te danken aan A24. Ook verantwoordelijk voor A Ghost Story (2017), Hereditary (2018) en Midsommar (2019), evenzeer bovennatuurlijke of gruwelijke rouwdrama’s waarvan de bloedlijn teruggaat tot Nicolas Roegs Don’t Look Now, is het jonge Amerikaanse productiebedrijf erin geslaagd zijn handelsmerk te maken van een huwelijk tussen auteurs- en genrecinema. De geduldige vertelstijl en strakke beeldregie in Lamb zouden recht uit de stal van A24 kunnen komen. Dat het hippe productiehuis prat gaat op de ‘betere horror’ voor de meerwaardezoeker, vindt ook weerklank bij Jóhannsson. In een interview met het tijdschrift Variety riep de IJslander aanvankelijk uit dat hij met zijn langspeeldebuut afstand wil doen van het horrorgenre. Voor hem is het… een arthousefilm. Het kind moet een naam hebben, het schaap een oormerk. Dan liever de schaamteloze huiver en zelfbewuste pulp van Malignant. Daarin durft regisseur James Wan namelijk meer risico’s te nemen dan Jóhannsson om een gezicht te geven aan conflicterende gevoelens rond moederschap en traumaverwerking.
Enigszins verrassend boet Lamb na het tot de verbeelding sprekende eerste hoofdstuk in aan suggestieve spankracht ten voordele van surrealisme. Ada’s verschijning, tussen aandoenlijk en bevreemdend, doet denken aan Annette uit de gelijknamige film van Leos Carax. Ook zij verdeelde het publiek. Je bent ervoor gewonnen of je moet erom lachen, maar het gekunstelde uiterlijk van de twee ‘meisjes’, slachtoffers van hun verscheurde ouders, versterkt net hun menselijke kwetsbaarheid. Desondanks blijft Jóhannssons debuut het type langspeelfilm dat mogelijk beter werkt als kortfilm. Misschien zelfs gewoon door het middenluik eruit te snijden. Zoals Roeg nog liet optekenen over Don’t Look Now: “The beginning is birth, the ending is death and all the rest is just anecdote.”
REGIE Valdimar Jóhannsson
SCENARIO Sjón, Valdimar Jóhannsson
FOTOGRAFIE Eli Arenson
MONTAGE Agnieszka Glińska
MUZIEK Þórarinn Guðnason
MET Noomi Rapace, Hilmir Snær Guðnason, Björn Hlynur Haraldsson
PRODUCTIELAND IJsland, Zweden, Polen
JAARTAL 2021
LENGTE 106 minuten
DISTRIBUTIE The Searchers
RELEASE 5 januari 2022 (België), 3 maart 2022 (Nederland)
OORSPRONKELIJKE TITEL Dýrið
De musical Annette van Leos Carax doet schrijver Michaël Van Remoortere verwijlen bij het gevaar van fictie in haar langdurige pas de deux met de realiteit.
In haar opmerkelijke regiedebuut The Lost Daughter construeert Maggie Gyllenhaal een complex blikkenspel tussen Olivia Colman en Dakota Johnson dat vragen stelt rond moederschap. Tijdens een bijna tastbare Griekse laatzomer speelt een onzegbare aantrekkingskracht, tussen personages, bij de filmmaker en bij de kijker.
Details doen ertoe in de films van Asghar Farhadi. Schijnbaar onooglijke handelingen hebben verstrekkende gevolgen, ook als hij ze moedwillig buiten beeld houdt of wegstopt tussen tirades van personages die wegzakken in een moeras van morele ambiguïteit. Zoals de held van A Hero, wiens heroïek vluchtig blijkt.
Wanneer Hij over haar neerdaalt, wordt Maud extatisch. Haar anders verkrampte lichaam kronkelt over de vloer als dat van een danser. Als dat van Amanda, voor zij ongeneeslijk ziek werd en onder de zorg kwam van de diepgelovige verpleegkundige Maud. In Saint Maud neemt de thuisverzorgster de controle over haar patiënt, terwijl ze die over zichzelf steeds meer verliest.
“Hoelang duurt het om een koe te melken? Maakt het veel lawaai? Geven koeien ook ’s nachts melk?” Met het antwoord op deze vragen valt de beslissing om de melk van de “eerste koe in het territorium” te stelen, maar niemand neemt het woord diefstal in de mond. Kelly Reichardts First Cow speelt een bezwerend spel in een zoektocht naar nét de juiste hoeveelheid woorden.