Sterven in de namiddag

Afgemeten observerend knevelt Tardes de soledad van Albert Serra je aan een reeks kleine vraagtekens bij het spektakelstuk van stierenvechten. In de arena en in de coulissen, aan de dood valt niet te ontkomen.

24.04.2025 | Kathy Vanhout

En sterven rondom, enkel sterven
(Federico Garcia Lorca)

In 1934 schreef Federico García Lorca Klaagzang voor Ignacio Sánchez Mejías, over de torero die in dat jaar op een banale maandagnamiddag stierf. Hij was al jaren ‘op pensioen’, maar miste de arena. Dolf Verspoor, vertaler van Lorca’s klaagzang, schrijft in zijn nawoord zeer mooi: “het leven wordt bot zonder het scherp van de snede”. De arena lonkt, de adrenaline stroomt, het publiek houdt de adem in. Torero Mejías liet het leven als gevolg van de cogida (de hoornsteek van een stier), maar deed dat niet in de arena. In de plaats daarvan volgde nog leegbloeden, autopech en verzengende hitte alvorens hij twee dagen later een onglorieuze dood stierf in een ziekenhuisbed.

Albert Serra, in zijn nieuwste film, toont de mechaniek van het traditionele spektakel- of sportevenement, en daar komen eveneens ziekenhuisplunjes aan te pas. De zogezegde glorie van het stierenvechten is afgemeten in strakke zoom-ins, het publiek nauwkeurig buiten beeld gelaten.

In zijn eerste klaagzang, ‘De cogida en het sterven’, herhaalt Lorca na elke regel “a las cinco de la tarde”, aanvang om vijf uur vandaag. Zo staat het op de posters. Toeschouwers schuifelen met waaiers en zonnebrillen de tribunes in om zich aan de eenzame namiddagen van stierenvechters te laven. De torero’s hebben zich tegen dan al een halve dag om hun met juwelen getooide kostuums bekommerd en maken zich klaar om hun angst voor de dood opnieuw te overwinnen.

“Heeft iedereen het gezien”, vraagt Andrés Roca Rey aan een collega-torero. De jonge, Peruviaanse, rijzende ster in het stierenvechten vertolkt zichzelf in Serra’s documentaire. Hij maakt gracieuze bewegingen en de zenuwen die hij zo goed weet te knevelen, zoeken in opeengeperste lippen toch een uitweg. Zijn sierlijke onbevreesdheid dient in de eerste plaats het publiek. De tribunes bepalen of hij wel of niet zichzelf een van de grootsten mag noemen, of hij wel of niet een echte man is. Zijn collega’s schreeuwen het uit: je bent de grootste!, niemand is zoals jij!, qué gran torero!; maar ook wel: je bent een raar beest. Regisseur en torero delen het verlangen naar een publiek – en wie al eerder werk van Serra zag, weet dat dat in diens geval niet noodzakelijk een gelukkig, gemoedelijk publiek hoeft te zijn en dat ook de filmmaker een raar beest is.

Rey speelt elke corrida opnieuw met zijn leven, deinst er geen enkele keer voor terug. Zijn symbolische leven (als een god, een meester, een fantasiefiguur) is veel belangrijker dan zijn fysieke bestaan. Elke gezonde emotie verbleekt in de koele herhaling van Serra’s montage. Waarom doet iemand zoiets? Bij de volgende steek likken ze je ballen, wordt Rey toegesproken. Alsof hij zelf een stier is, worden complimenten en uitdagingen hem voorgehangen en hij hapt, de kin hoog geheven. De faam en de overwinning op de duivelse dieren zijn wat telt. Over zijn fysieke bestaan hebben de stieren het uiteindelijk voor het zeggen en daar is de Peruviaan zich van bewust: de dood wordt hem telkenmale gespaard, dat begrijpt hij. Hij herhaalt het tegen zichzelf – de stier heeft me genade geschonken. De anderen, zijn collega’s, werkgevers of rivalen, zijn jaloers, geïntimideerd, geïnspireerd. Over één ding zijn de torero’s het eens: het gewone leven is niets waard.

Serra beantwoordt dat idee door elk mogelijk verhaal uit de film te weren. Geen kans om je ergens aan te binden. De filmmaker zet vele kleine vraagtekens achter de onderdelen van een eeuwenoude traditie in plaats van één groot dramatisch symbool uit te kiezen. Er komt geen groot spektakelshot, de camera blijft op de hielen, de handen, de ingepakte huid van de torero kleven. In de ring, in de arena. We horen geen muziek, er worden geen ekkyklema’s tevoorschijn gehaald: elk dier dat sterft, sterft op beeld. De film gaat op tournee met een grote popster, zo lijkt het. Mensen schenken de jonge god Mariabeelden, schreeuwen gelukwensen. Een busje vertrekt elke dag onder applaus. Alles ligt vast: het spel met de stieren is tot op de millimeter precies. Een enkele verslapping van een greep kan fataal zijn.

Rey zoekt de grenzen van het leven op en Serra is maar wat graag getuige van dat onderzoek. De regisseur is in zijn werk altijd in de weer met grenzen, ook hij wil steeds op pad met het scherp van de snede. In Liberté (2019) ging het om seksuele grenzen, in Pacifiction (2023) om politiek-economische grenzen, en nu zoals ook in al zijn vorige werk om psychologische grenzen. Geloof, manipulatie, doorzettingsvermogen, adrenaline – wat is een mens? Allemaal voer voor drukke thrillers of exploitatiefilms, maar des te meer beklemmend in Serra’s observerende stijl. Hij voert ons langs de zij- en achterkant van een kwestieus ritueel. Het zwetende lichaam in de opgetrokken kousen en fuchsia ballerina’s, de verstilde autorit naar het hotel, de uitgestelde verzorging van een wonde. De volgende dag begint alles opnieuw en in de naam van traditie wint het ene en sterft het andere beest.

REGIE Albert Serra
SCENARIO Albert Serra
FOTOGRAFIE Artur Tort Pujol
MONTAGE Albert Serra & Artur Tort Pujol
MUZIEK Ferran Font & Marc Verdaguer
MET
Andrés Roca Rey, Francisco Durán, Francisco Gómez
PRODUCTIELAND Spanje, Portugal, Frankrijk
JAARTAL 2024
LENGTE 125 minuten
DISTRIBUTIE Imagine Film Distribution
RELEASE 23 april 2025 (België), 29 mei 2025 (Nederland)

gerelateerde artikelen
 

Reddeloos verloren in Mexico

Altijd hachelijk als een cineast zijn jeugdidool verfilmt. Met Queer, een bedwelmende reis naar het heart of darkness van een cultfiguur, brengt Luca Guadagnino hulde aan William Burroughs. Maar in de jungle raakt hij het spoor bijster.

Outre mesure: schoonheid tussen controle en overgave

Albert Serra is een man van contrasten. Een estheet die schoonheid vindt in lelijkheid, een liefhebber van de neoclassicistische achttiende eeuw én de digitale technologie van de eenentwintigste eeuw, een overtuigd theoreticus die ruimte laat voor toeval, een controlefreak die de controle graag uit handen geeft. Al deze contrasten kwamen tijdens Film Fest Gent 2022 aan de oppervlakte in het clair-obscur van zaal 2 in Sphinx Cinema, waar Serra na een vertoning van Pacifiction in gesprek ging met Nick Pinkerton.

 
 

Noli me tangere

Eye Filmmuseum presenteert de expo Albert Serra – Liberté als “een immersieve set vol nachtelijke, heimelijke ontmoetingen, waarin theater, film en tentoonstelling samenkomen”. Een bezoek.

Discopolitiek

Wat beweegt ons in film? Fantômas houdt de vinger aan de pols tijdens Film Fest Gent, met vandaag Pacifiction van Albert Serra, die de ledigheid van de politiek belicht.

 
 

Echografie van een leven

In samenwerking met Film Fest Gent publiceren we in de reeks ‘Wide Angle’ reflecties bij filmvertoningen. Met All the Beauty and the Bloodshed willen Nan Goldin en Laura Poitras de weerklank opvangen van stemmen die er niet meer zijn.