In het drukke cultuur- en filmaanbod zoekt ook MOOOV Filmfestival een plekje. Hoe verhouden hun marketingslogans zich tegenover de films die ze promoten?
In dezelfde maand als de release van A Minecraft Movie waren de films van het MOOOV-festival te zien in Brugge en andere Vlaamse steden. A Minecraft Movie is door middel van socialmediacampagnes, het prediken van een ‘enthousiaste’ kijkhouding en transmediale marketing (je kunt nu Minecraft-figuren sparen bij McDonald’s) een financieel succes geworden. In dezelfde tijdsgeest moet MOOOV zijn publiek trekken. Natuurlijk is dit een radicaal ander publiek, maar het is interessant om stil te staan bij hoe het festival communiceert. Hoe verhoudt deze communicatie zich tot die van de grote studio’s? En tot de films die het festival vertoont?
“Deze cinefiele films zijn geen sinecure, maar een verrijkend en uitdagend avontuur naar de verste hoeken van filmland.”
Met dit citaat over de ‘Deep End’-sectie van het festival suggereert MOOOV direct dat dit een programmaonderdeel is voor kijkers die al veel hebben gezien. Het speelt tegelijkertijd in op zowel de onkenbaarheid van de films als de kenbaarheid van die films na het kijken ervan. Met andere woorden: verrijk je repertoire met obscure films en nog onbekende regisseurs en acteurs voorafgaand aan hun grote doorbraak, lijkt de boodschap te zijn.
In deze voorliefde voor het onbekende schuilt een vorm van exotisme. Uit heel ‘filmland’ bezorgt bovenal het werk uit de verste hoeken je een uitdagend avontuur. Een opvatting die ook kleeft aan het begrip wereldcinema, waar met ‘wereld’ eigenlijk alleen naar de landen uit de Global South wordt verwezen. Met deze waardering van exotische culturen ontstaat een blik op de wereld waarin oriëntalisme, exploitatie en een primitieve representatie op de loer liggen.
Te midden van al dat ‘onbekende’ brengt de festivaltrailer echter ook een spel van herkenning teweeg bij de kijker. Voorafgaand aan de films wordt telkens de trailer vertoond met daarin korte clips die aan elkaar zijn geplakt onder het liedje ‘Jimmy, Renda-se’ van Tom Zé. Hoe meer films je ziet, hoe meer scènes je weet te identificeren.
Je zou dus een ‘Deep End’-vertoning van Black Ox (Tetsuichirô Tsuta) kunnen bezoeken omdat je acteur Kang-sheng Lee herkent uit de films van Tsai-Ming liang, of enkel omdat het een ‘uitdagende’ film beloofd te worden. Maar uiteindelijk is dit ondergeschikt aan de echte waarde van de film: de vondst en het verlies van een os als allegorie voor de zoektocht naar het Zelf in boeddhistische context.
“Kijk films die je nergens anders ziet.”
Of zo luidt de reclame online. Een tegenovergestelde reclame als die van de grote blockbusters die vaak de strekking hebben: mis dit niet (iedereen gaat het zien). In plaats van de ‘fear of missing out’ richt het festival zich op de vraag naar iets nieuws, de angst om telkens hetzelfde te zien: dezelfde Hollywoodgenres, nogmaals Dwayne Johnson in een actiefilm, of weer een sequel, prequel of spin-off. Toch onthult een vluchtige blik op het programma eenzelfde soort marketingstrategie als de succesformule van de grote studio’s. Films zoals All We Imagine as Light, No Other Land, I’m Still Here, Black Dog en Black Box Diaries kun je (ondanks de zware thema’s) zien als lokkertjes, omdat deze bewezen succesvolle films in binnen- en buitenland hun waarde al hebben aangetoond – soms zelfs in de vorm van een Oscar. Bovendien zijn deze films veelvuldig te zien geweest, niet alleen op andere festivals, maar ook daarbuiten. Films die je nergens anders ziet, die zijn er zeker, maar die worden afgewisseld met films die overal te zien zijn geweest.
“Films facing the world”
“Films die je nergens anders kunt zien” roept een idee van verborgenheid op dat onlosmakelijk verbonden is aan films uit niet-westerse regio’s. Hoewel er een aantal Nederlandstalige films in het programma zijn opgenomen, verwijst “facing the world” – de algemene slogan van MOOOV – toch vooral naar de Global South: “MOOOV koopt films aan die een waardevolle blik op de wereld toevoegen aan het huidige aanbod in de bioscoop. We focussen daarbij op films uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika.” Die combinatie, van onbekende films uit de Global South, doet mij denken aan een authenticiteitszoektocht in toerisme. Een all-inclusive resort is een weinig prikkelende culturele ervaring, maar lokaal eten in een klein afgelegen dorpje dan weer wel. Deze wens naar een originele ervaring kan alleen maar vervuld worden als de plek gemarkeerd is als authentiek. Op de gevel van het lokale restaurant moet staan “local cuisine”, anders loopt de toerist het voorbij. Wanneer de eigenaar van het restaurant op deze manier zijn lokaliteit aangeeft aan de toerist, is de paradox compleet: zijn restaurant is niet langer volledig authentiek, maar gericht op toeristen.
“Onze films wijzen je de weg.”
Die markering van authenticiteit wordt concreet ingevuld door een andere Brugse toeristische attractie: het heilig bloed van Jezus Christus. De katholieke kerk beweert dat het lap stof met bloed in de Basiliek van het Heilig Bloed van origine van Jezus afkomstig is. Zonder deze aanduiding van de kerk is er geen belangstelling voor dit bloed. Zo geldt dat ook voor de films op het festival. De communicatie van het festival markeert de films als authentiek, als echt onbekend, en maakt je wegwijs. Het programma biedt verborgen parels aan en zo is die authenticiteit ook altijd een vorm van reclame. De wegwijzers zijn opzichtig en noodzakelijk voor de filmtoerist.
Hoe dan wel je publiek aan te spreken? In plaats van The Things You Kill (Alireza Khatami) (onterecht) Lynchiaans te noemen en (terecht) te schrijven dat de film doet denken aan het werk van Nuri Bilge Ceylan zoals MOOOV doet, kun je – zoals IFFR doet – vertrekken vanuit de inhoud van de film: “Khatami’s film beweegt zich tussen de structurele tirannie van het sociale leven en de oerinstincten van het grensbestaan en steekt een politieke dolk in het hart van een hypocriete maatschappij.” De hypocriete maatschappij verwijst naar Turkije, maar de film markeert die niet zodanig als Turks, maar als alomtegenwoordig. In een sterke dialoogscène over de aanvraag voor de bouw van een diepere waterput blijkt die alleen aan te vragen via omkoping. “Je komt hier uit de buurt, toch?” Niets wordt direct uitgesproken, niets wordt gemarkeerd en zwart geld wisselt van handen.
“Movies that matter”
De naam van het mensenrechtenfilmfestival in Den Haag Movies that Matter is een betere (onder)titel dan “films facing the world”. Niet alleen omdat het de selectiecriteria van obscure films uit de Global South vermijdt, maar ook omdat het de films zijn die ertoe doen.
Vervang die toeristische blik, die nadruk op obscuriteit in de marketing, die onkenbaarheid, voor een nieuwe zichtbaarheid. De inhoud van de films is wat ertoe doet. The Things You Kill maakt de structurele tirannie van het sociale leven waarneembaar. Ali’s innerlijke verandering wordt gevisualiseerd, maar is alleen voor de kijker duidelijk, waardoor Ali van binnenuit zijn hele familie corrumpeert. Hoe die, normaal gesproken onzichtbare, persoonlijkheidsverandering zichtbaar wordt gemaakt, blijft bij, dat inspireert.
Als festival kun je dus beter de paden uitzetten op basis van deze zichtbaarheid in plaats van de obscuriteit die MOOOV zichzelf toeschrijft. Want een filmfestival trekt zijn publiek niet met happy meals, maar met wat er is te zien.
Tijdens MOOOV Filmfestival in Brugge begeleidt Fantômas jonge critici in hun schrijven over film. In 2025 namen Federica Alexakis, Misha Groenefelt, Stella Moore, Alessio Sperti, Ian van Asch en Timo van Daal deel aan de workshop.
Tijdens het festival MOOOV verbleef een groep jonge filmliefhebbers in Brugge om deel te nemen aan de workshop filmkritiek van Fantômas. Tussen scherm, festivalcafé en hostel tekenden ze hun ervaringen op. Of tussen kerk en onbestaande tafel.
Filmfestivals zoals MOOOV bieden niet alleen de mogelijkheid om veel films in korte tijd op het grote scherm te zien, ze dwingen bezoekers ook om tussen vertoningen langer stil te staan bij deze films. Precies die momenten van ‘verloren tijd’ leiden echter tot de meest waardevolle reflecties.
Sterke personages leven in ons voort, lang nadat de film is afgelopen. Ze stellen de vragen waar wij te bang voor zijn en hebben de moed om te handelen lang nadat deze ons in de schoenen is gezakt.