Zomeren in Palace

Na welgeteld één editie moest Palace in hartje Brussel zijn zomerprogramma in de ijskast stoppen. Twee jaar later en met COVID-19 hopelijk definitief in het defensief mag zomers filmkijken weer. Van begin juli tot half augustus biedt Sun Screens een uitgekiende mix van oud en nieuw, onbekend en vertrouwd, klassiek en vernieuwend.

02.07.2022 | Gorik de Henau

Ontelbaar zijn de cinefielen die eind twintigste, begin eenentwintigste eeuw tijdens de zomermaanden hun filmcultuur bijspijkerden dankzij Écran Total in Brussel. Maar toen Arenberg-Galeries, de organiserende bioscoop, eind 2011 zijn deuren sloot, ontstond er een lacune die door diverse initiatieven maar gedeeltelijk werd opgevuld. Palace neemt in zekere zin de fakkel van Écran Total over, al is het evenement kleinschaliger van opzet. Dat er bij de bioscoopgangers vraag is naar verdieping en filmisch over het muurtje kijken staat evenwel buiten kijf.

In tegenstelling tot Écran Total reserveert Palace maar een deel van zijn schermen voor Sun Screens, de reguliere programmering blijft gewoon doorlopen. Alle films worden diverse malen en op uiteenlopende tijdstippen vertoond, zodat je met wat puzzelen een aardig programma kunt samenstellen. Een flink deel van het aanbod wordt ingenomen door films die het (voorlopig) zonder Belgische distributeur moeten stellen. Naast nieuwe films van onder anderen Christophe Honoré (Guermantes) en Michel Franco (Sundown) vind je hier ook Irréversible, inversion intégrale van Gaspar Noé, de opnieuw gemonteerde versie (ditmaal in chronologische volgorde) van ’s mans schandaalsucces uit 2002.

Een interessant tijdsdocument is Variety (Bette Gordon, 1983), een alternatieve, semidocumentaire kijk op de porno-industrie. Een jonge vrouw neemt een baantje in een pornobioscoop, raakt langzamerhand geïntrigeerd en vat een fascinatie op voor een sinistere vaste klant. Vernieuwend aan de film is dat de traditionele male gaze, waarbij vrouwen worden gereduceerd tot objecten zonder eigen lustbeleving, wordt omgedraaid. De film is niet helemaal geslaagd en lijdt onder het al te theoretische scenario van de scenariste, de feministische schrijfster Kathy Acker. Maar op zijn beste momenten krijg je een geprivilegieerde, niet-voyeuristische inkijk in de leefwereld van sekswerkers. Het zou wachten worden tot de televisieserie The Deuce (David Simon en George Pelecanos, 2017-2019) voor hetzelfde milieu in beeld zou komen zonder sensatiezucht en met aandacht voor het innerlijk van de vrouwelijke personages. Verder in het programma duikt nog Pleasure (Ninja Thyberg, 2021) op, waarin een onverbloemde kijk op de pornowereld uiteindelijk een alibi blijkt voor een apologie van weinig fraaie praktijken.

Onder de noemer Must See wordt een aantal titels gegroepeerd die ofwel gloednieuw zijn, ofwel opnieuw in de actualiteit staan. Tot de eerste categorie behoren de nieuwe films van Park Chan-wook (Decision to Leave), Marco Bellocchio (Marx può aspettare) en François Ozon (Peter von Kant); tot de tweede gerestaureerde en/of digitaal opgepoetste versies van Tokyo Story (Yasujiro Ozu, 1953) en Caro diario (Nanni Moretti, 1993).

De sectie Classics omvat een klassieke (nou ja) combinatie van cultfilms (Rebel without a Cause, The Rocky Horror Picture Show) en kindvriendelijke voorstellingen, bijvoorbeeld een reeks vroege Mickey Mouse-filmpjes. Populaire muziekfilms krijg je op twee manieren: een paar (Fame, Hairspray) worden gevolgd door een karaokesessie, terwijl eentje (Grease) wordt vertoond in een heuse meezingversie, met gesynchroniseerde songteksten in de plaats van de gebruikelijke ondertitels. Daarnaast worden ook interessante bruggetjes geslagen naar andere programmaonderdelen. Dat François Ozon met Peter von Kant een update brengt van Rainer Werner Fassbinder, maar dan met een gender switch, is meteen een aanleiding om een brede greep uit het oeuvre van de Duitse cineast te vertonen, inclusief het originele Die bitteren Tränen der Petra von Kant (1972). En de nieuwe release van Ozu’s Tokyo Story gaat vergezeld van een reeks andere films van de Japanse meester, met ook minder bekende titels als Tokyo Twilight (1957).

Tot slot krijgen recentere films die hun publiek niet vonden of ondergesneeuwd raakten in het winterse bioscooplandschap een tweede kans. Het emotioneel secure abortusdrama L’événement (Audrey Diwan) staat hier plompverloren naast het diffuse, narratief defecte Dune (Denis Villeneuve) en de verkapte Céline Dion-hagiografie Aline (Valérie Lemercier). Maar ook nu weer wordt een boeiend bruggetje geslagen, want de romcom voor millennials The Worst Person in the World, een verrassende hit van de Noor Joachim Trier, krijgt het gezelschap van Scandinavische ‘genrefilms’ als de minimalistische fabel over kindergeweld The Innocents (Eskil Vogt), het fantastische genderdrama Gräns (Ali Abbassi) en Triers eigen mystieke thriller Thelma.

Sun Screens loopt nog tot 15 augustus in Palace, Brussel. Het volledige programma vind je op hun website.

gerelateerde artikelen
 

Maak plaats voor gisteren

In samenwerking met Film Fest Gent publiceren we in de reeks ‘Wide Angle’ reflecties bij filmvertoningen. Vanuit een nieuwe woonst schrijft Bart Versteirt over hoe Ozu de huiselijke ruimte verkent in Tokyo Story.

Dartelen door het tranendal

Joachim Trier zou je met gemak een moderne meester van de melancholie kunnen noemen. Met The Worst Person in the World raakt hij ons minder met de originaliteit van het verhaal dan met een immens gevoel van herkenning.

 
 

Gluren naar wat is

In samenwerking met Film Fest Gent publiceren we in de reeks ‘Wide Angle’ reflecties bij filmvertoningen. Tussen haar vingers door keek Inge Coolsaet naar Vortex, de nieuwste film van Gaspar Noé.

Fantômas #3: voor altijd groen

De nog jonge kunstvorm film meet zich graag jeugdigheid aan. Als om zich voor altijd de verse loot aan een robuuste stam te kunnen wanen grijpen z’n vormen en verhalen – vooral wanneer ze het adolescente leven verbeelden – vaak naar een springerig, stuurloos karakter, zich vastklampend aan de ostentatieve onrust die losbarst uit alle kanten nergens op groeiende lijven en levens.

 
 

Staatsgeheim binnen en buiten het kader

Uit voormalige Oostbloklanden komen er sporadisch ‘revisionistische’ films, waarin een nieuw licht wordt geworpen op historische fenomenen die tijdens de Koude Oorlog in de doofpot waren gestopt. Enkele voorbeelden zijn Sunshine (István Szabó, 1999) en Katyń (Andrzej Wajda, 2007). Andrej Kontsjalovski’s Dear Comrades! sluit daarbij aan.