Het voetpadfestival Cinema Trottoir van Cinemaximiliaan zet aan tot een blik op Brussel, zijn bewoners en zijn bezoekers.
Het is juli en bloedheet in Brussel. Zoals altijd schuurt en kraakt de stad van verschillen maar tijdens de hittegolf lijkt het gekraak nog luider. Iedereen vertoeft op straat: kinderen die allang in bed hadden moeten liggen, de oude vrouw die niks anders meer doet dan nachtwandelen, pubers die op het ritme van de uit hun telefoons schallende hyperpop door hun haar strijken. Alle figuren verzamelen afzonderlijk op pleinen, botsen bijna tegen elkaar op, om vervolgens in een frappante sociale plooi te vallen.
Op de ene straathoek bruist het, op de andere lijkt het te ontploffen. Een gemoedelijk terras gevuld met nietsvermoedende dagjesmensen grenst aan een groepje jongens van zeventien. Ze waren onderweg naar de Quick om een snack te halen als ze worden opgepakt door de politie. “Uit voorzorg”, zogezegd, omdat ze het ‘profiel’ hebben om eventueel te protesteren voor gerechtigheid van Nahel, de jongen die een week eerder werd doodgeschoten door de politie in Parijs.
Om de hoek bij deze preventieve arrestaties, op Place Saint Catherine, wordt een strijd gevoerd voor een straat die noch eigendom van de politie is, noch van grootkapitaal. Collectief Free54 wil om te beginnen dat de terrassen verdwijnen. Ooit was het plein van de Brusselaar, nu is het plein van caféketens. Ze eigenen zich de publieke ruimte weer toe door zelf ober te spelen en serveren blikjes Carapils van hun dienblad.
Nog een aantal straten verder, de witbevolkte terrassen van het centrum achter ons latend, het kanaal over in Molenbeek, bevindt zich Cinemaximiliaan. Het platform voor en door nieuwkomers gebruikt cinema als verbindingsfactor voor mensen op de vlucht, begonnen met filmavonden in het Maximiliaanpark in 2015. Sindsdien produceren ze films, programmeren ze avonden in onder andere asielcentra en creëren ze samen een gemeenschap voor mensen met Brussel als nieuwe thuis.
Deze zomer vertoont Cinemaximiliaan een selectie films onder de naam Cinema Trottoir. De naam verklapt de werkwijze van de organisatie: net zoals op de stedelijke stoep komen mensen samen die in een andere situatie wellicht niet samen zouden komen. Er ontstaan nieuwe connecties, ontmoetingen, samenwerkingen. De films in het programma gaan stuk voor stuk over ofwel Brussel (Les porteurs), noodgedwongen reizen (Kales & Tori et Lokita) of politiek instabiele situaties (Zero & Imad’s Childhood). Door het programma trekt het spoor van een koloniaal verleden, reflecterend op de nog nog altijd aanwezige gevolgen.
Dit spoor wordt in Sarah Vanagts Les porteurs (2022) getraceerd in objecten. De jongeren in haar kortfilm doen een ogenschijnlijk onschuldig spel ‘ik ga op reis en ik neem mee’. Als de objecten afkomstig blijken te zijn uit een paklijst van een koloniale expeditie in voormalig Belgisch Congo, ontstaat er een bittere relatie tussen de objecten uit het verleden, hun benamingen en de jongeren die ze uitspreken. De ivoren hoorn en een olifantenharen ketting lijken zo verdomd ver weg, en tegelijkertijd brengen de luidop uitgesproken woorden de geschiedenis akelig dichtbij.
“Waarom flip je hamburgers; omdat je het leuk vindt”, vraagt een van de jongeren terwijl ze beelden bestuderen van tot slaaf gemaakten die aan het werk zijn in Congo. “Je vindt het geld leuk, maar het werk niet. Je denkt dat je het leuk vindt, maar je vindt het niet leuk”, vult hij zelf voor zijn gesprekspartner in. Het gesprek heeft een wending genomen naar de relatie tussen vrijheid, werk en onderdrukking. Terwijl de jongeren de archiefbeelden bekijken, wordt het belang van documentatie onderstreept. Als deze beelden uit Congo niet gemaakt waren, was het gesprek niet op dezelfde manier mogelijk geweest.
Eenzelfde soort noodzaak is voelbaar in de beelden uit Calais in Kales (Laurent Van Lancker, 2018). Terwijl een kampbewoner daar met de camera rondloopt, zegt hij: “I think that no one believes that we live here.” Maar zijn beelden zijn het bewijs. Nu en over tientallen jaren als de beelden herbekeken zullen worden. Net zoals de objecten in Vanagts film, even imaginair als reëel, legt ook een gedocumenteerd beeld een noodzakelijke verbinding tussen tijden en plaatsen.
Les porteurs eindigt met een mini-ode aan de archivering. Het laatste object dat besproken wordt, is een geheugenkaart met de volgende scènes: “jongeren in Brussel die een shishapijp roken. Brusselse jongeren met de namen Sekou, Zepech, Samba met een lachgasballon. Flitsende politielichten tijdens een ID-controle in de Brabantstraat en een jonge pizzabezorger in de Naamse Poort”. De contextloze flarden raken aan een spel van betekenisloos- en volheid, waarin die ene scène, voordat je het weet, plotseling betekenisvolle geschiedenis kan zijn. Zoals het beeld in Calais, de 8mm-film in Congo, of de gsm-beelden van een omstander op die desbetreffende avond van de preventieve arrestaties in het centrum van Brussel.
Op 5 augustus eindigt de reeks met Imad’s Childhood van Zahavi Sanjavi. Waarschijnlijk is de stad dan nog even warm als eerst, maar zijn de terrassen leger — de witte middenklasse is op vakantie. In die afwezigheid heeft het programma van Cinemaximiliaan vragen gesteld over verplaatsingen. Wat betekent het om te reizen? Te wandelen, te bewegen, een land (gedwongen) te verlaten? Een eenduidig antwoord blijft uit, maar de wandeling gaat door — het op elkaar botsen inbegrepen.
Meer informatie over Cinema Trottoir vind je op de website van Cinemaximiliaan.
Met de tentoonstelling ‘This Is What You Came For’ laat Els Dietvorst centrum en periferie elkaar ontmoeten. Een wandeling tussen projectie en tastbaarheid.
Vijftien jaar lang filmde Laure Portier haar jongere broer. Het resultaat is debuutfilm Soy libre, waarin ze hem ondervraagt, volgt in zijn zoektocht en met liefde portretteert.
Voor hun nieuwste film Tori et Lokita ontvingen Cannesroyalty Jean-Pierre en Luc Dardenne een speciale prijs op de 75ste editie van ’s werelds grootste festival. Op hun lauweren rusten doen ze evenwel niet. Solidariteit blijft centraal staan, maar is hun visie daarop aan het verschuiven?
De tiende editie van het festival Visite, van 17 tot 20 november 2022, stond in het teken van collectieven. Een publiek gesprek legde de vinger op praktijken, mogelijkheden en struikelstenen van collectief werken.
So We Live plaatst je te midden van een appartement, een familie en een oorlog. Vanuit een strakke vorm hoopt de jonge cineast Rand Abou Fakher de personages van haar korte film openheid te schenken.