Het nachtelijke duister en het geschreeuw in Critical Zone van Ali Ahmadzadeh resoneren in een filmzaal in Brugge. Hier, daar, toen, nu.
Te lezen met ‘L’Île re-sonante‘ van Eliane Radigue
‘Re-sonante’ (…) refers to the making of this piece,
a very classical construction,
in which the first part would be reflected in the central part,
which would be like the mirror of a lake,
from which the third part would emerge,
both from its depths and reflection.
– Eliane Radigue
In een echoloze kamer vertoefde ik. Een anechoïsche kamer waar al dat klinkt opgeslorpt wordt. Waar ik mezelf verloor in absorptie. Mijn eigen stem. Waar mijn echo niet doorklonk. Hopeloos, bevreemdend zocht mijn ziel naar iets. Om enkel het ruisen van het bloed in mijn oren te horen. Niet voor niets noemen ze dit ook een ‘dode kamer’. Geen trillingen, geen doorloop aan energieën. Alsof de wetten van de natuur hier niet van kracht zijn. Een cyclus tot stilstand, waar energie zich niet meer verplaatst. Het einde. Zelfs de dood overstijgt, in zijn cyclische aard, de echoloosheid.
De wereld die wij kennen is een wereld van resonantie. Resonare. Weerklinken. Om weder te keren. Resonantie vereist de wereld en de wereld vereist resonantie. Het ene kan niet zonder het andere. Zo zegt de natuurkunde ons zelfs dat resonantie op de schaal van de atmosfeer de planeten en de aarde, onze uren, dagen en jaren bepaalt. Op een intiemere schaal kunnen we resonantie waarnemen door stemvorken. Wanneer we twee stemvorken naast elkaar plaatsen en een ervan laten klinken en dan stoppen, dan zal de andere stemvork op dezelfde frequentie blijven resoneren. Daarmee wordt het cartesiaanse onderscheid tussen object en subject opgeheven. De afgebakende grenzen tussen onszelf en wat voor ons waarneembaar is vervagen. Het idee dat we onszelf in een wereld plaatsen die losstaat van onszelf rijmt niet meer met onze ervaring, noch met onze invloed erop.
“Sla linksaf. Sla rechtsaf. Sla linksaf.” Amir (Amir Pousti) volgt blindelings de stem die hem door mistige straten in Teheran en verlammende marihuanarook gidst. In de grauwe, vochtige onderwereld van Ali Ahmadzadehs Critical Zone prikken enkel het rood en groen van de verkeerslichten door de duisternis. Op de achtergrond klinkt het gejammer van een hond en galmt koud metaal. Onderweg dealt Amir drugs aan eenzame zielen die net als hij door de schijnbaar eindeloze nacht zwerven. Hij biedt deze holle lichamen troost: een gesprek, een schouder om op te huilen. Het leven van Amir, vloekend en alleen, is een bezoek aan zijn versie van het inferno.
(…) But to that second circle of sad Hell,
Where in the gust, the whirlwind, and the flaw
Of rain and hail-stones, lovers need not tell
Their sorrows—pale were the sweet lips I saw,
Pale were the lips I kiss’d, and fair the form
I floated with, about that melancholy storm.
John Keats
Zoekend naar een gevoel van behoren, treffen zielen elkaar en vinden ze troost in de leegte en eenzaamheid. Elke ontmoeting wordt een uitwisseling van energie, ze resoneren met elkaar op dezelfde frequentie. Amir bezoekt een bejaardentehuis, hij ontmoet daar een jonge vrouw, een verpleegkundige. Traag gaat de tijd terwijl ze haar handen over de zielenhoofden van de bijna-dood streelt om hen enige soelaas te bieden. In deze onderwereld resoneert één troostende gedachte: dat we niet alleen zijn in deze eenzaamheid.
Reik uit. Tot hier. Tot nu. Paradoxaal aan film is dat de grenzen tussen werkelijkheid en cinema onzichtbaar zijn. We kunnen film niet loskoppelen van de wereld. Film is altijd verbonden en gesitueerd. Zo is Critical Zone opgenomen in het geheim en op locatie en verwerpt Ahmadzadeh alle regels van de censuur terwijl hij een kant van Iran toont waarmee we bijna niet in contact komen. De realiteiten, gegoten in een fictief medium, resoneren tot de kijker: onderdrukt, ondergronds, verboden. Weergalmend dringt tot ons door wat daar gebeurt, weerkaatsend tot ons verbinden wij ons tot Amir in hopeloosheid. De klanken van de film, de schoten die ons verdoven, het geschreeuw van een vrouw, de auto die langs de weg scheurt, dragen allemaal bij tot die ervaring. Waar de maag keert in ongemak, in adrenaline, wordt de gevoelsmatige kijkervaring getekend in realiteit, in het viscerale. De ondergrondse schreeuw uit Critical Zone doet dezelfde schreeuw vanuit mij naar boven komen en raakt mij tot het diepste van mijn kern. Ik resoneer.
De wereld resoneert en elk gebeuren creëert een effect van energie dat zich in een vorm moet verplaatsen. Zo kunnen de golven keren door de aantrekkingskracht van de maan en de bomen ruizelen door de zuchten van de wind. Resonantie, zoals film, overschrijdt de plaatsen die aan het ‘ik’ toebehoren. Doordat ‘ik’ uitreik in een wereld waarin we verbonden zijn door virtualiteit en globalisering, kent die geen grenzen. Wat er gebeurt in Iran, zo’n 5000 kilometer van ons vandaan, komt binnen in de ruimte van de cinemazaal, afgesloten van de wereld. Maar niet ontbonden van de wereld. De verzameling aan resonanties die we meekrijgen, van zowel de realiteit als de film, zorgt ervoor dat wij resoneren tot onze omgeving. Tot ook deze grenzen vervagen. Elke resonantie die we tegemoetkomen, kunnen we zien als een hergeboorte van ons zijn. Dat is omdat de indrukken ons veranderen en ons in staat stellen om onze vernieuwde indrukken te laten resoneren aan de wereld. In het weergalmen, in wederkerigheid reikt film tot ons en echoot die verder in ons bestaan.
Cinema brengt de mogelijkheid om te leven door honderden mensen, biedt de mogelijkheid om te laten resoneren. Dat wij kunnen voelen wat zij voelen, dat wij kunnen meeleven en herkennen. Waar resonantie stopt, daar eindigt het leven. Verbonden zijn is waar leven uiteindelijk om draait. Deze ideeën zijn niets nieuws. Toch kan het troostend zijn om, voor even, ons bestaan te kaderen in verbindingen en verbeeldingen van resonantie, om naar elkaar te kunnen reiken.
Tijdens MOOOV Filmfestival in Brugge begeleidt Fantômas jonge critici in hun schrijven over film. In 2024 namen Sarah Allaert, Leon Decock, Maura De Troyer, Nida Dhooghe, Maxim Morel en Jana Van Brussel deel aan de workshop.
Is je wereld magisch zodra de realiteit van koloniale plunderingen niet in de ogen kan worden gekeken? En wiens wereld is wereldcinema? Een bevreemdend samenspel van esthetiek, financiering en identiteit werpt vragen op tijdens filmfestival MOOOV.
Smartphones zijn niet meer weg te denken uit de cinemazalen. Moderne personages hebben er eentje op zak, terwijl veel bezoekers hun gsm tijdens de vertoning niet kunnen weerstaan. Bestaat er nog zoiets als een recht op onbereikbaarheid?
Vanuit een reeks kijkervaringen vervuld met verveling en afleiding maakte Leon Decock een video-essay voor de Young Critics-workshop tijdens MOOOV. In een poging te ontsnappen uit de cinemazaal reconstrueert dit persoonlijk essay de kijkervaring, op zoek naar beelden die een uitweg bieden.
In The Bride neemt Myriam U. Birara haar hoofdpersonage Eva teder bij de hand terwijl ze samen door de donkere jaren van Rwanda waden. Hoe transformeert een lichaam onder constant geweld, wanneer fysieke zelfverdediging geen optie is?