Uitgeholde condors

Tijdens MOOOV Filmfestival in Brugge begeleidde Fantômas jonge critici in hun reflectie over film. Laura Janssens luistert naar de droge lucht in Utama.

15.05.2023 | Laura Janssens

The quality that we call beauty […] must always grow from the realities of life, and our ancestors, forced to live in dark rooms, presently came to discover beauty in shadows, ultimately to guide shadows towards beauty’s ends.

Jun’ichirō Tanizaki, In Praise of Shadows

“Je gaat dood”, zegt Virginio met zijn gezicht gekeerd naar de bergen en zijn rug naar het publiek. Daarmee spreekt de oude man zowel zichzelf aan als de bergtoppen tegenover hem, want Alejandro Loayza Grisi’s Utama maakt weinig onderscheid tussen beide.

Er is al meer dan een jaar geen regen meer gevallen in het Boliviaanse Hoogland van de gemeente Colcha ‘K’. Het huis van Virginio en zijn vrouw Sisa staat op een opgedroogd lappendeken van gebarsten aarde waar hun lama’s sterven van de dorst. Virginio lijkt niet te willen beseffen dat de droogte hen geen andere keuze laat dan te vertrekken, dat bijna iedereen uit hun streek naar de stad is verhuisd. Zijn kleinzoon Clever verwijt hem dat hij koppig is en dat hij voortekens mist. Maar Virginio houdt vol dat ze gewoon moeten wachten, want de regen komt wanneer die komt.

Het is echter maar zeer de vraag of de regen nog op tijd komt. Zonder ooit die woorden in de mond te hebben genomen zijn ze slachtoffer van de klimaatcrisis, die voortleeft in Virginio’s lichaam. Hij is erg ziek, lijdt aan een zware hoest, maar houdt die geheim voor zijn vrouw. Zij weet niet dat haar man dagelijks op wandel met de lama’s in de stofwolken voorovervalt van het hoesten, kilometers verwijderd van hun huis. Wanneer Virginio vastberaden de bergen intrekt voor een wateroffer, wordt zijn gehijg overstemd door de wind, onderstreept door een orkest van niet-harmonische panfluiten. De regisseur vroeg componist Cergio Prudencio trouw te zijn aan het landschap, oftewel de eindeloze vlakte waar geen bomen te bespeuren zijn en je alleen maar die onophoudelijk droge wind hoort. Op die manier wilde hij een contrast creëren met de scènes in hun huis. Daar is het klein en beschut, donker belicht en kondigt de geluidsband telkens Virginio’s aanwezigheid aan. Zijn zware ademhaling is de hartslag van de film: de droge lucht leeft ook in de mens.

Virginio’s hoestaanvallen roepen in de naweeën van de pandemie alleen maar pijnlijke herinneringen bij mij op. In november 2020 raakte ik besmet met een van de eerste varianten van het vernietigende coronabeestje en sindsdien vecht ik bijna dagelijks tegen de gigantische olifantenpoot die op mijn borstkast staat. De poot is zwaar en heeft mijn immuunsysteem platgetrapt, waardoor mijn leven een heel andere wending heeft genomen. Van welke kant ik het ook bekeek, ik kon er niet omheen dat de natuur iets in mij leek te hebben gezaaid, een soort ‘halt’ die de natuur over de mensheid uitriep. Tot hier en niet verder.

Welke voortekens heeft Virginio gemist? Kunnen we onszelf de koppigheid toewijzen die we onze grootouders verwijten? We verwachten steeds van de geraamtes uit het verleden dat ze zich aanpassen aan de behoeftes van het heden, maar wij overschrijven de harde schijf van de geschiedenis. Zo betrapte ik mijzelf erop dat ik de naam Quechua alleen herkende van het huismerk van Decathlon. Alle kleuren hebben we van Oud-Griekse standbeelden gekrabd en de lampen die onze gerenoveerde witte muren belichten worden alsmaar feller, tot we er alleen nog hoofdpijn van krijgen. Met een corrigerende bril kijken we naar onze voorouders, alsof ze niet zo goed wisten waar ze mee bezig waren in de wereld die wij van hen hebben geërfd. Uiteraard mogen we het verleden niet romantiseren, maar hebben we wel voldoende geluisterd?

Er gaapt een generatiekloof in de discussies tussen Virginio en zijn kleinzoon Clever, die bovendien de taal van zijn grootvader niet helemaal begrijpt, in een land waar meer dan 36 talen bestaan. De smartphone waarop Clever constant met de buitenwereld communiceert, lijkt wel een indringer in het huis van zijn grootouders. Meermaals dringt Clever aan om mee naar de stad te komen en er een dokter te bezoeken, maar daar moet Virginio niets van weten. De stad waar Clever over spreekt is in de beeldvoering dan ook eindeloos ver weg en Virginio’s silhouet is onlosmakelijk verbonden met de uitgestrekte horizon. Hij is hier zoals de lonesome man, de outcast tegenover het woeste landschap. Het is een plek waar niemand ooit komt, zelfs de gemiddelde Boliviaan niet, en die kloof tussen de volkeren van het Altiplano en de stad wordt alleen maar groter. Tijdens een dorpsvergadering stelt een van de overgebleven bewoners bijvoorbeeld dat het de verantwoordelijkheid van de overheid is om er waterputten te boren, maar hij krijgt al snel het tegenargument dat de stad nooit naar hun verzoeken luistert. Met Utama hoopt regisseur Grisi hun visie dichter bij de stedelijke bevolking te brengen.

Voor ons lijkt het de enige logische keuze om te verhuizen naar de stad, naar het ziekenhuis te gaan en in leven te blijven, maar voor Virginio begint en eindigt het leven niet bij het biologische lichaam. Hij verwijt Clever dat hij niets geleerd heeft over het leven. “Er bestaan heilige plekken, weet je. Weet je zelfs hoe een condor sterft? Wanneer een condor zich nutteloos voelt, wordt hij zwak. Hij gaat dan naar de top van de berg en laat zich daar vallen.” De cowboy (of lamaboy) is stervende en het verhaal van het Wilde Westen of de zogenaamde nieuwe wereld, deel van het westerngenre waarnaar de kaders en de montagecadans verwijzen, bereikt stilaan zijn einde: het landschap is op en onleefbaar geworden, zelfs voor de outlaws.

Dankzij de wetenschap zijn we in het Westen vertrouwd geraakt met het verklaren van fysische problemen, maar die kennis vergaren houdt in dat we ook constant in staat zijn om onze omgeving en lichaam te controleren. We weten hoeveel kilometer we rennen, hoeveel calorieën we verbranden en hoe snel onze harten slaan. We diagnosticeren onze gemoedstoestand in klinische termen en bepalen de marktwaarde van onze selfies. Is het misschien niet terecht dat de oudere generatie ons verwijten dat we te veel analyseren? Niet omdat het slecht zou zijn dat we eindelijk met elkaar leren praten over onze problemen (in tegendeel!), maar omdat we de eenvoudige dingen des levens niet lijken te willen accepteren en voor elke oplossing een probleem zoeken. Het doet me denken aan onze voorverpakte theebuideltjes die voor hopen afval zorgen, terwijl voor de losse thee van het verleden dat probleem niet eens bestond.

Dostojevski uitte al reserves bij die moderniteit in zijn Aantekeningen uit het ondergrondse (1864), dat hij schreef aan het sterfbed van zijn vrouw. Op de wereldexpositie in Londen van 1851 bezocht hij het Kristalpaleis van Joseph Paxton en hij verafschuwde het positivistische vooruitgangsdenken ervan. Dankzij gigantische constructies van gietijzer en glas werd het mogelijk daglicht binnen te laten en vast te houden in de architecturale structuur, iets wat vroeger niet kon. Bijgevolg sluit de esthetiek van het Kristalpaleis alle duisternis uit, alles is helder en transparant.

In Dostojevski’s metafoor van de maatschappij als Kristalpaleis bestaat er geen leed meer, geen ziektes, want elke vorm van duisternis is uitgesloten en overkomen dankzij het kapitalisme. De maatschappelijke structuur is zo zichtbaar dat je enkel in de ramen nog kan worden geconfronteerd met je eigen reflectie. Dostojevski beweerde dat de utopie van het Kristalpaleis vooral een glazen kooi is en daardoor een bron van absolute verveling. Ook zijn hoofdpersonage verzet zich in die mate tegen deze transparante leegte dat hij bijna het verval neigt te romantiseren. Zo stelt hij ons “de nutteloze vraag”: “Wat is beter – goedkoop geluk of verheven leed? Welnu, wat is beter?”

Ook voor Virginio heeft leven een heel andere betekenis dan louter overleven. Hij lijkt vrede te hebben genomen met zijn fysieke toestand, omdat die deel uitmaakt van de cyclus van het leven waarbinnen hij zijn positie heeft geaccepteerd. Hij wil niet naar het ziekenhuis in de stad, want dat is voor hem tijdverspilling. Hij wil nergens anders sterven dan thuis, ‘ons thuis’, oftewel ‘utama’ in het Quechua. Vlak voor Virginio’s dood verschijnt er een condor aan zijn zijde. Misschien beseft Virginio dat zijn tijd voorbij is omdat hij door de droogte de lama’s niet meer kan helpen, dat hij zich daardoor niet meer nuttig kan maken in het plan dat de natuur met hem heeft.

Maar sommige dingen kan je niet verklaren.

Die cyclus van het leven zit ook symbolisch verpakt in Utama. Eigenlijk kwam Clever zijn grootouders bezoeken om nieuws te brengen: hij verwacht een kindje. Virginio sterft, maar na hem komt een baby. De avond voor zijn dood keren de lama’s terug en Sisa besluit om toch in de bergen te blijven, wat de regisseur beschouwt als een teken van hoop. Dat zien we ook in de beelden, want eindelijk valt de regen en daarmee is Virginio’s voorspelling uitgekomen. Of zijn het de doden die over ons waken? In elk geval is de grond vanaf nu opnieuw vruchtbaar en is er steeds leven na de dood. 

Virginio’s leven is volledig vervlochten met zijn landbouwkundige taken, waar een zekere zin van overleving in schuilt, maar in ruil krijgt hij het weidse landschap waar wij zo ver van verwijderd zijn. Het landschap dat ons vertelt dat we deel zijn van een groter geheel waartegenover we een zekere verantwoordelijkheid dragen. In een stedelijke context verliezen we soms de ‘bigger picture’. We weten wel dat onze aarde ziek is, maar als wij ziek zijn, zien wij alleen nog de muren van onze slaapkamer. Stilaan verdwijnen zieke mensen in demografische statistieken als uitgeholde condors in een verlaten woestijn. We vallen steeds minder samen met de aarde waaruit we zijn gekneed. En nu die aarde langzaamaan tussen onze vingers verpulvert, balsemt Utama de mensen die een voor een uit de opgedroogde landschappen wegtrekken.