De banaliteit van het discours

Als een film en het gesprek errond gevleugelde woorden slechts vleugellam maken, neemt de filmervaring dan de vlucht? Oftewel: waarin ligt de interesse van Jonathan Glazers The Zone of Interest?

09.02.2024 | Michaël Van Remoortere

“Cliches, stock phrases, adherence to conventional, standardized codes of expression and conduct have the socially recognized function of protecting us against reality, that is, against the claim on our thinking attention that all events and facts make by virtue of their existence. If we were responsive to this claim all the time, we would soon be exhausted; Eichmann differed from the rest of us only in that he clearly knew of no such claim at all.”

Aldus Hannah Arendt in haar inleiding bij The Life of the Mind, het werk waarin ze hoopte enkele van de problemen op te lossen die de persoon van Eichmann voor haar kwam te belichamen en die ze had samengevat met de algauw gevleugelde woorden “de banaliteit van het kwaad”. De ironie — in de marxiaanse zin waarbij de tragedie na herhaling een klucht wordt — is uiteraard dat de banaliteit van het kwaad zelf een cliché is geworden dat, met zijn zweem van diepzinnigheid, elk verder denken in de kiem smoort. The Zone of Interest (2023), waarvoor Jonathan Glazer op zijn minst de titel bij een roman van Martin Amis ging halen, lijkt haast de bekroning van deze tendens tot mystificatie middels het cliché. Wat ik althans niet als een verdienste beschouw. Om maar meteen op de zaken vooruit te lopen: The Zone of Interest is geen film als wel een literatuurstudie. Een met de camera geschreven equivalent van secundaire literatuur.

Een lijst van ideeën die ik in deze tekst had kunnen uitwerken:

  1. Is een uitdrukking als de “banaliteit van het kwaad” toepasbaar op mensen als Rudolf Höss, die allerminst een Schreibtischtäter was aangezien hij Auschwitz overzag en dus lijfelijk en actief geconfronteerd werd met het lijden dat hij zelf veroorzaakte? Het feit dat haast elke recensie deze term gebruikt, betekent slechts dat journalisten graag de indruk wekken dat ze een en ander gelezen hebben. Al was het maar het persdossier van deze film.
  2. De film een positie toewijzen in de beeldenstrijd omtrent de Holocaust en daar vervolgens dieper op ingaan dan alle week- en tijdschriften, zodat ook de belangrijke judeo-religieuze connotaties ervan mee in consideratie worden genomen. Akerman, Godard, Kertész, Klemperer en wat al niet.
  3. Op zoek gaan naar de fouten in de film en daar dan enorm veel belang aan hechten. Of op voorhand beslissen dat de film niet gaat over de re-enactment van de geschiedenis. Maar dan zit ik verveeld met dat zeshonderd pagina’s tellende dossier waarover in elk interview gewag wordt gemaakt.
  4. De aandacht richten op de filmtechnische keuzes die gemaakt werden en dan een stuk schrijven met als titel ‘Big Brother in Auschwitz’.
  5. Opmerken dat het in tijden waarin bijna de helft van Europa (en ongetwijfeld evenveel mensen daarbuiten) niet kan wachten om op partijen te stemmen die al dan niet openlijk de grondplannen van Auschwitz bestuderen in de hoop aldaar snel een groot heropeningsfeest te organiseren, het misschien weleens interessant zou kunnen zijn om de nadruk erop te leggen dat, inderdaad, de nazi’s (ook net) mensen waren, maar dat deze gewone mensen dus ook verschrikkelijke dingen gedaan hebben. Met de nadruk op verschrikkelijk, als in zo verschrikkelijk dat er een nieuwe misdaadcategorie voor werd uitgevonden.
  6. De essays die twee schrijvers die ik hooglijk waardeer over de film neergepend hebben vergelijken en laten zien hoe de bontjasscène in beide interpretaties een haast tegenovergestelde betekenis krijgt. Een conclusie in de trant van: de film laat toe om eender welke van onze projecties er naar keuze op af te vuren.
  7. Berekenen hoeveel mensen er gedurende de twee vertoningen van de film die ik zag in Gaza en Oekraïne gestorven zijn en dan vooral zwijgen over alle andere miserie in de wereld waar ik niets van afweet, bijvoorbeeld ook de dakloze die aan een overdosis stierf in een portiek enkele huizen van het bioscoopcomplex vandaan. Misschien had Glazer een film moeten maken over mensen die naar een film gaan kijken en oprecht geloven dat ze daarmee iets gedaan hebben wat de volgende genocide gaat voorkomen.

Wat de uitwerking van al deze ideeën gemeenschappelijk zou hebben is:

  1. Het zou een interessant en weldoordacht essay opleveren.
  2. Het zou niet over de ervaring van het bekijken van de film zelf gaan.
  3. Het zou exact zijn wat de film van mij verlangende: bijdragen aan het discours errond.

The Zone of Interest is de thesisverdediging van het slimste jongetje van de klas dat zo graag wil laten zien wat hij allemaal gelezen heeft, maar die met zijn mond vol tanden staat wanneer gevraagd wordt wat hij daar nu zelf van vindt.

Deze film bestaat niet zonder het discours errond. Alle bezwaren die ik zou kunnen aanvoeren tegen de film, zijn bezwaren op het niveau van het discours errond (dat, toegegeven, van erbarmelijk niveau is).

In dezen is het misschien niet de film die wij nodig hebben — wat betekent het dat een film ‘essentieel’ of ‘noodzakelijk’ is? — maar de film die we verdienen.

The Zone of Interest bestaat niet. Als film dan toch niet. Als ervaring.

Aan het einde van zijn Espèces d’espaces nam Georges Perec een brief op van een zekere SS-Obersturmbannführer Höss. Een soortgelijke brief als degene die wij Höss zien dicteren in Glazers film.

 

Lees Perec.

 

REGIE Jonathan Glazer
SCENARIO Jonathan Glazer
FOTOGRAFIE Łukasz Żal
MONTAGE Paul Watts
MUZIEK Mica Levi
MET Sandra Hüller, Christian Friedel, Ralph Herforth
PRODUCTIELAND Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Polen
JAARTAL 2023
LENGTE 105 minuten
DISTRIBUTIE Cinéart
RELEASE 31 januari 2024 (België), 1 februari 2024 (Nederland)

gerelateerde artikelen
 

In de soep, een vuurvliegje

Het is gewoon soep. En toch. Kijken naar Here van Bas Devos bracht auteur Aldwin Raoul bij het even triviale als diepgaande verlangen om ‘gewoon soep’ te worden.

Reddeloos in een zee van beelden

Met Io capitano poetst Matteo Garrone de migratietragedie op tot een avontuurlijke queeste die tegelijk vervaarlijk en ‘veilig’ aanschuurt tegen antimigratiecampagnes. Welk mededogen staat er op het spel?

 
 

De mythe van de empathiemachine

Is het stilaan tijd om vraagtekens te plaatsen bij de nalatenschap van Roger Ebert? Wil de toeschouwer tegelijkertijd geschokt en gerustgesteld worden, dan is het zeer de vraag of er nog wel plaats is voor empathie bij het kijken.

Decision to leave: No Bears

De Iraanse dissidente cineast Jafar Panahi stelt in No Bears, een verhaal vol verboden liefde, vragen over de verantwoordelijkheid van cinema, ten aanzien van zichzelf en de staat, en tegenover vrijheid en gevangenschap.

 
 

Zwijgen en zingen!

De musical Annette van Leos Carax doet schrijver Michaël Van Remoortere verwijlen bij het gevaar van fictie in haar langdurige pas de deux met de realiteit.