In Orlando, ma biographie politique vat Paul B. Preciado transformatie op als vloeibaar. Zoals ook deze fluïde verfilming van Virginia Woolfs Orlando voortdurend in wording is.
Soms, als ik niet kan slapen en mijn gedachten uitgaan naar de momenten in mijn leven waarop ik tekort ben geschoten, denk ik terug aan die keer dat ik de vraag van een drietal op straat spelende kinderen niet beantwoordde. Ik was begin twintig en had een weekend bij mijn ouders doorgebracht. Onderweg naar het station passeerde ik de kinderen, die op een speelpleintje met een bal aan het gooien waren. Ik was het stadje waar mijn ouders destijds woonden een paar jaar eerder ontvlucht; de eerste maanden in de hoofdstad had ik gebruikt om mezelf langzaam te bevrijden van de kleingeestigheid die, of ik het nu wilde of niet, op mij was overgesprongen. Eerst ging mijn make-up, toen mijn haar.
De vraag die de kinderen aan mij stelden was er een waarmee al het leven begint en die dan, bij het invullen van ieder formulier en het bezoeken van elk openbaar toilet, terug blijft komen. “Ben je een jongen of een meisje?” Het was niet de eerste keer dat mij deze vraag werd gesteld, wel de eerste keer dat die gesteld werd met de onschuldige nieuwsgierigheid die kinderen van nature bezitten en die wij volwassenen een leven lang proberen terug te vinden. We waren reeds voorbij de tijd dat er slechts één juist antwoord op deze vraag bestond. De opties “jongen” of “meisje” werden voorzichtig aangevuld met “beide” of “geen van beide”. Ik was vrij om de vraag op welke manier dan ook te beantwoorden. En toch antwoordde ik niet. In de trein naar huis schaamde ik me daarvoor. “Maakt het uit?” wenste ik toen dat ik had gezegd, terwijl ik tegelijkertijd heel goed wist dat het antwoord op de vraag er wel degelijk toe deed.
“Ben je een jongen of een meisje?” is ook de vraag waarmee de Spaanse schrijver en filosoof Paul B. Preciado, auteur van Testo Junkie, zijn debuutfilm begint. Orlando, ma biographie politique, waarvan de titel een viertal schijnbaar tegenstrijdige woorden combineert, begeeft zich op een grensgebied – of, beter: overstijgt de grenzen die we geneigd zijn op te trekken. De film is een ode aan Virginia Woolfs roman Orlando die tegelijk een vrije verfilming van het verhaal, een non-binair manifest en een biografie van Preciado, Woolf en een twintigtal trans personen is. Door zijn eigen leven te koppelen aan het leven van de fictieve Orlando laat Preciado zien dat het antwoord op de vraag what is your sex really?, zoals Orlando de vraag van het speelpleintje formuleert, vloeibaar is.
Het opvallende van Woolfs Orlando is natuurlijk dat het titulaire personage in de loop der eeuwen van een man in een vrouw verandert, zonder daarbij significant ouder te worden. De ene transformatie, die als natuurlijk wordt beschouwd, hapert; de andere, die als onnatuurlijk wordt beschouwd, vindt juist plaats. Preciado’s relatie met tijd is anders dan die van Woolf. Zijn Orlando wordt ouder, bijvoorbeeld, maar dwaalt door een wereld waarin verleden, heden en toekomst in elkaar overvloeien, alsof alle tijdperken tegelijkertijd plaatsvinden.
Laat ik voorop stellen dat het beschouwen van Woolfs Orlando als een biografie van een trans individu en tegelijkertijd als een soort oertekst van non-binariteit een radicale daad is. Orlando mag dan wel een queer tekst bij uitstek zijn, het personage Orlando staat in zekere zin ook lijnrecht tegenover wat we zijn gaan zien als de trans-ervaring. Orlando, zegt Preciado, verandert van geslacht, een term die niet langer gangbaar is (we praten nu immers over genderbevestigende operaties, niet langer over geslachtsverandering). Als Preciado over Orlando spreekt, heeft hij het misschien niet over de trans-ervaring (als die al bestaat), maar in ieder geval over een trans-ervaring. “Veel wetenschappers die ervan overtuigd zijn dat een geslachtsverandering onnatuurlijk is, hebben met veel moeite geprobeerd om te bewijzen: 1) dat Orlando altijd een vrouw was, 2) dat Orlando nooit gestopt was een man te zijn”, zegt Preciado in voice-over. Antwoord 2 getuigt van het soort conservatief genderessentialisme waartegen trans activisme zich de afgelopen decennia heeft afgezet. Maar antwoord 1 getuigt ook van een soort essentialisme. Een dat misschien flexibeler is, voor zover het toestaat dat iemands gender kan verschillen van het geslacht dat bij geboorte is toegekend, maar dat Orlando toch van de metamorfose ontdoet die juist zo kenmerkend is.
Het is moeilijk om te schrijven over een film die uit alle macht probeert te ontsnappen aan categorieën. Genre, stijl, structuur, realiteitszin en zelfs onderwerp zijn onmogelijk vast te pinnen. Orlando beschrijven betekent de film in woorden vatten en zo ongewild van zijn kenmerkende veranderlijkheid ontdoen. In zekere zin is de film dan ook continu in wording: Orlando is een brief aan Woolf die we Preciado ter plekke zien schrijven, een verfilming van Orlando die altijd op het punt staat te gebeuren, een getuigenis van trans personen die voortdurend wordt overgenomen door fictie. Voor zijn film heeft Preciado twintig mensen gevraagd om Orlando te spelen. “Mijn naam is…” zeggen ze allemaal tegen de camera. “En ik zal in deze film Virginia Woolfs Orlando spelen.” De set wordt om hen heen gebouwd. Ze worden aangekleed en opgemaakt. En we horen Preciado aanwijzingen roepen die zullen worden opgevolgd – alleen krijgen we het resultaat daarvan niet te zien.
Preciado spreekt dan ook over trans worden. Een idee dat haaks staat op de ideologie van, om met de woorden van Lady Gaga te spreken, zo geboren zijn. Een Orlando zegt diens naam na diens transitie niet te hebben veranderd als eerbetoon aan diens overleden moeder, die hen immers deze naam bij geboorte gegeven heeft. Een ander heeft het over hoe top surgery hun de vrijheid heeft gegeven om zich vrouwelijker te kleden. Meerdere Orlando’s vertellen over hun identificatie met het woord ‘trans’ omdat ze, als ze het woordje voor hun gender zouden weglaten, hun geschiedenis zouden uitwissen. Deze Orlando’s verzetten zich allemaal tegen de normatieve kaders van transheid, die je vragen om je garderobe te vervangen, je naam te veranderen, hormonen te nemen en je te laten opereren (in deze volgorde). Om uiteindelijk door het leven te gaan alsof deze transformatie nooit heeft plaatsgevonden. Preciado suggereert daarbij dat het medische apparaat, juist door trans personen te behandelen, transheid tracht uit te gummen.
Trans zijn, zegt Preciado, is een soort backstagepas waarmee je ontdekt dat de wereld een set is. En als man en vrouw fictieve categoriëen zijn, dan is transformatie ook fictief. Dat maakt trans personen niet minder echt. Preciado haalt transformatie weg uit het juridisch-medische complex en verbindt haar met de natuur, de literatuur en de poëzie. Wat te doen met de vraag waarmee dit alles begon? Ik heb lange tijd gewenst dat ik terug kon gaan naar dat speelpleintje om de vraag van de kinderen te beantwoorden. Maar, zoals Preciado met Orlando suggereert, is het niet veel radicaler om de vraag onbeantwoord te laten en hem daarmee voor altijd in de lucht te laten hangen?
Joyland. Land van overspel en begeerte? Van neon en nacht? Van glitter en verleiding? Ja en nee. Saim Sadiqs langspeeldebuut gebruikt de naam van een pretpark in Lahore, Pakistan, vooral als wrange allegorie voor een samenleving waarvan de leden falen te ontsnappen aan de druk van traditie, familie-eer en geloof.
De tiende editie van het festival Visite, van 17 tot 20 november 2022, stond in het teken van collectieven. Een publiek gesprek legde de vinger op praktijken, mogelijkheden en struikelstenen van collectief werken.
Hoe verbeeld je de wereld zonder patriarchaat? Dramaturg en auteur Caroline Godart interviewt de Puerto Ricaanse kunstenaar Beatriz Santiago Muñoz over haar nieuwe tentoonstelling, waarin een troep radicale amazones alle schermen van het Brusselse argos overneemt. Gebaseerd op de roman Les guérillères uit 1969 van de feministische auteur Monique Wittig zorgt Oriana voor een onderdompeling in een wereld voorbij gender.
Wat behelzen geluid en bewegend beeld dat geschreven tekst niet herbergen kan? Schrijven over film impliceert altijd tekortkomen. Die spanning stimuleert heel wat teksten in ons tweede nummer. Het prijzen van de onvatbaarheid van een film die de schrijver tegelijkertijd probeert te vatten is een paradoxale evenwichtsoefening. Koorddansen vraagt uiteindelijk om een sprong in het ongewisse.
In liefdevolle vriendschappen worden al eens klappen uitgedeeld, zo ook in Grosse Freiheit. Toch zijn die nooit zo hard als bij een waanzinnig wetssysteem dat blind en roekeloos in het rond slaat omdat mannen elkaar willen liefhebben en ze dat niet eens verborgen willen houden. En dat al eeuwenlang.
In samenwerking met Film Fest Gent publiceren we in de reeks ‘Wide Angle’ reflecties bij filmvertoningen. Met All the Beauty and the Bloodshed willen Nan Goldin en Laura Poitras de weerklank opvangen van stemmen die er niet meer zijn.