Naar jaarlijkse gewoonte publiceert Fantômas tijdens Film Fest Gent korte teksten en eerste indrukken over films die geen Belgische release krijgen. Mik Schelstraete rijgt Radu Jude’s gekheid op een stokje.
Wat heeft een mechanische dino gemeen met AI-gegenereerde vampierenporno? Het antwoord is misschien ergens te vinden in de twee films die Radu Jude in 2025 op de wereld losliet: Kontinental ’25 en Dracula. Beide films spelen zich af in Transsylvanië, een Roemeense regio waar historische en politieke kwesties en culturele waanbeelden rondspoken.
In Kontinental ’25 kampt deurwaarder Orsolya (Eszter Tompa) met schuldgevoelens. Als slapste arm van de wet is het haar taak om mensen uit huis te zetten. Wanneer ze een aan lager wal geraakte atleet uit een kelderruimte moet verjagen voor de bouw van een luxehotel, Kontinental Boutique, pleegt de thuisloze man (Gabriel Spahiu) zelfmoord met een ijzerdraad. Orsolya is niet legaal aansprakelijk, maar voelt zich wel schuldig: had ze dit kunnen voorkomen? De film bestaat uit platte beelden van de stad Cluj, van een dinopark over het toeristische historische centrum tot de prefabwoningen die neergepoot worden aan de rand. Orsolya navigeert zich door haar schuldgevoel in gesprekken met anderen. Ze drukken haar telkens weer op het hart dat het niet haar schuld is. Maar wiens schuld is het dan wel?
De schuldvraag opent een gapende leegte. Het legale systeem waar Orsolya een afgevaardigde van is beperkt zich tot de wettelijke definitie van aansprakelijkheid. De opdrachtgevers van Kontinental Boutique, een investeringsbedrijf, zijn een te vage entiteit om echt schuld op te pinnen, omdat zij op hun beurt weer een symptoom zijn van een grotere, nog minder grijpbare malaise. Nationalisme en religie bieden evenmin een antwoord. Wie had hier iets aan kunnen doen? Wiens schuld is het dat het zover is kunnen komen? Iedereen lijkt meegesleept door iets groters dan zichzelf, iets dat niemand nog stop kan zetten. Het lijkt alsof er nergens nog een actor in het spel is.
Er ontstaat een rilling, een akelig gevoel. Iets dat niet meer leeft, maar wel nog in beweging is: het ondode. In veel opzichten is Cluj een ondode stad. De heropwekking van het erfgoed gebeurt via plat toerisme, het nationalisme manifesteert zich in ranzige haatcomments op nieuwsartikelen en scheve grappen (“Waarom spelen er geen Roemenen mee in Star Wars? Omdat ze zelfs in de toekomst niet willen werken.”). De stad zit vol met mechanische stemmen, muziek uit draagbare boxen, robots, flikkerlichten, goedkoop technologisch spul. Allemaal geluid en beweging zonder inhoud, zonder subjectiviteit, die zij aan zij verschijnen met anticommunistische monumenten, Roemeense vlaggen en ongelofelijk menselijk leed.
Dezelfde manische veelheid aan betekenis en zinloosheid vindt zijn ingang in Dracula, nu met een AI-gegenereerd zombieleger en goedkope pornografie in de aanslag. Dracula is een oefening in culturele grafroof van Transsylvanië’s meest gegeerde exportproduct: de titelfiguur, graaf Dracula. De film wordt aan de kijker gebracht als een amalgaam van fragmenten die uit de culturele ether worden gerukt door een inspiratieloze regisseur. Daarvoor wendt hij zich tot Dr. AI Judex 0.0, een AI-programma dat het gebrek aan ideeën van de regisseur moet remediëren. Het belangrijkste: het moet een populaire film worden die veel geld verdient. Uiteindelijk wordt het een continu onderbroken, net niet incoherente vulgaire wervelwind van gerecycleerde beelden en uit context gerukte citaten, aan elkaar geknoopt via de figuur Dracula en zijn geliefde tijdverdrijven, zuigen en spietsen.
Hier wordt door middel van technologie iets sinisters uit het rijk van de doden weer tot leven gewekt, een cultureel symbool dat onder aangekoekte lagen betekenis compleet onherkenbaar is geworden. Het is vrij letterlijk leeggezogen. Het betekent niets meer, het kan voor om het even welk doel worden ingezet. Laat dat dan populaire cinema, kapitalismekritiek of advertenties voor voedingssupplementen zijn. Een sterrenrol is daarin weggelegd voor AI, de Herr Doktor Frankenstein van dienst, die ooit betekenisvolle beelden doet spreken met dezelfde griezeligheid van een gereanimeerd lijk.
Wordt er nog geschiedenis gemaakt? Het is een vraag die zich aandient wanneer er tussen de ruïnes van oude conflicten en historische figuren eigenlijk niets meer ontstaat behalve identieke nieuwbouwblokken en souvenirwinkels. Zowel Dracula als Kontinental ’25 is ontstaan in de karkassen van iets dat al gebeurd is, waaruit alle betekenis verdwenen is en dat enkel nog geanimeerd wordt door het natrillen van dode materie. Zelfs de camera, een iPhone, lijkt te stuiptrekken door zijn autofocus. Een beetje zoals de speelgoedkip die, in Kontinental ’25, in het midden van de nacht plots begint te piepen en Orsolya uit haar slaap wekt. De angst die in deze scène hangt, situeert zich rond de vraag of iets de kip tot beweging heeft gebracht. Het licht staat aan, maar is er nog iemand thuis? Het al lang overleden karkas van onze cultuur trekt zichzelf de 21ste eeuw in met stuiptrekkende spieren en een gigantische erectie. Of zoals Vlad het zelf meerdere keren herhaalt in de intro van Dracula: “I am Vlad. You can all suck my cock.”
Hier en hier vind je de vertoningsdata van Dracula en Kontinental ’25 op Film Fest Gent.
Zoals voor Alain Guiraudie een meer eerder niet zomaar een meer was, is nu een bos niet zomaar een bos. En dat ligt heus niet alleen aan de penisvormige paddenstoelen.
When the Light Breaks balt een rouwproces in één dag, met stevig botsende contrasten: tussen alledaags en alles overstijgend, tussen kleine en grote emoties, tussen performance en concept. “Heb je misschien een sigaret voor mij?”
Woede heerst in Pansy’s leven. Haar omgeving kan erover meespreken. Al is net haar spreken, een tierende alleenspraak, fascinerend aan Mike Leigh’s Hard Truths.
Met behulp van AI-software creëerde Emmanuel Van der Auwera de korte documentaire White Cloud, onlangs vertoond op het festival Courtisane in Gent. Wat heeft ChatGPT te vertellen over deze film?
Radu Jude is berucht voor zijn onvermoeibaar vermogen om het donkere verleden van zijn land binnenstebuiten te keren. Met Bad Luck Banging or Loony Porn, zijn Gouden Beer-winnende nieuwe film, kijkt hij met een even chirurgisch precieze blik naar het heden.
Het is een jaarlijks, arbitrair ritueel, nooit af en nooit bevredigend. Maar het is ook een oefening in wikken en wegen, stilstaan en mijmeren. Fantômas blikt terug met de woorden van acht filmcritici en twee filmmakers.
Met Io capitano poetst Matteo Garrone de migratietragedie op tot een avontuurlijke queeste die tegelijk vervaarlijk en ‘veilig’ aanschuurt tegen antimigratiecampagnes. Welk mededogen staat er op het spel?