Logisch, toch? De tiende film van Alex van Warmerdam heet Nr. 10. Zoals het een Van Warmerdam betaamt, blijkt die logica evenwel bedrieglijk.
Een theatergezelschap werkt moeizaam aan een toneelstuk: de regisseur is ontevreden, de acteurs begrijpen elkaar niet en het stuk waaraan ze werken vindt maar geen vorm. Ondertussen raken hun privélevens en het artistieke project gevaarlijk met elkaar vervlochten. In een meanderende, collageachtige stijl komen we te weten hoe de onderlinge verhoudingen in elkaar steken, wie wie bedriegt, wie zich verheven voelt boven de ander, wie zichzelf slachtoffert in het leven. Van Warmerdam haalt wat metafictionele trucs uit (acteurs die acteurs spelen; een personage dat hen stiekem filmt tijdens het repeteren; een regisseur die commentaar geeft op de vorm van de film waarin hij zelf speelt; opgezegde dialogen waarmee het publiek ervan wordt verzekerd te kijken naar iets kunstmatigs) en hoewel dit soort filmmaken vaak tot een intellectueel, gevoelloos mechaniek leidt, lukt het hem ons met zijn personages te ontroeren, ergeren en charmeren. Het lijkt het begin van een psychologisch mozaïekdrama, gedreven door personages die elk hun eigen wil nastreven en botsen met de wil van de ander: een zorgvuldig maar niet erg gedurfd concept.
Van Warmerdam zou Van Warmerdam niet zijn als hij zo’n uitgedacht concept enkel zou neerzetten als opmaat, om het vervolgens geweldig te laten ontsporen. Op het punt waarin hij ons genoeg heeft ingelijfd in zijn wereld en we ons juist comfortabel en in controle beginnen te voelen, blijkt het theatergezelschap, inclusief de regisseur, in de gaten te worden gehouden door een obscuur groepje priesters dat voornamelijk geïnteresseerd blijkt in Günther. Want er is iets aan de hand met Günther; iets dat absoluut geheim moet blijven. Dit vormt het keerpunt voor een nieuw verhaal, waartegen de egoconflicten van het theatergezelschap verbleken; een verhaal dat zowel Günthers toekomst als onze kijk op de vanzelfsprekendheid van de wereld in een ander daglicht zet.
Zo ontwikkelt Van Warmerdams Nr. 10 gestaag van interpersoonlijk drama naar een existentieel vraagstuk: waar ligt onze oorsprong? Wie heeft de regie over onze handelingen, onze woorden, onze taal? Welke verhalen vormen onze werkelijkheidsbeleving? Op welke overtuigingen zijn onze levens gebouwd, welke opties sluiten we uit om normaal te kunnen leven? In deze themaontwikkeling gaat het realisme waarmee de film begint steeds meer over in sciencefiction die, zoals de beste sciencefiction, de fundamenten van ons absurde aardse leven onder de loep neemt.
Van Warmerdams kracht ligt in zijn precieze verbeelding: hij laveert met een geoefend oog voor detail tussen doodgewone gebeurtenissen en absurde wendingen, en laat die vervolgens soepel en met gevoel voor humor in elkaar overgaan. Zo voert hij een priester op die, naast zijn buitenaardse missie, dagelijks kijkt naar polsstokhoogspringen; een schoonmaakster stofzuigt een kerk en leidt zo iedereen af van het bidden. Scène voor scène weet Van Warmerdam de narratieve grenzen op te rekken, waardoor hij de grenzen van onze verbeeldingskracht tart en onze aangeleerde hang naar logica, rationaliteit en eenheid op de hak neemt. Eventuele conclusies laat hij over aan zijn publiek.
De spanning van Nr 10 zit, net als in zijn eerdere werk, niet zozeer in het plot als wel in het wankele gevoel dat ontstaat bij het kijken naar een leven dat zijn contouren verliest. Het zijn thema’s die door Van Warmerdams hele oeuvre terugkeren: vorm tegenover vormloosheid, narratief tegenover willekeur, fictie tegenover het leven zelf. Elk moment kan een totale, onberekenbare chaos door de façade van het geconserveerde leven breken; het is een kwestie van wachten voor het verhaal kapseist. En toch: hoewel het steeds meer voelt alsof de film op een bepaald punt reddeloos zal ontsporen, verrast Warmerdam ons ook nog met een bevredigende slotscène.
Verder zijn alle ingrediënten voor een echte Van Warmerdam aanwezig: absurditeit, sinistere humor, vlotte dialogen en surreële decors. Met Nr. 10 slaagt hij erin zowel een bizarre en volstrekt eigenzinnige wereld op te roepen als een effectieve vorm te vinden om zijn verbeelding recht te doen.
REGIE Alex van Warmerdam
SCENARIO Alex van Warmerdam
FOTOGRAFIE Tom Erisman
MONTAGE Job ter Burg
MUZIEK Alex van Warmerdam
MET Tom de Wispelaere, Frieda Barnhard, Pierre Bokma
PRODUCTIELAND Nederland
JAARTAL 2020
LENGTE 100 minuten
DISTRIBUTIE Cinéart
RELEASE 9 maart 2022 (België), 30 september 2021 (Nederland)
Een naam als een doemdagsklok en een roadmovie langs al vaker bezochte plekken. Paul Schraders The Card Counter torst het gewicht van het verleden, maar hoe scherp staat die klok toch afgesteld en hoe verleidelijk zijn niet die goktenten, motels en andere zogenaamde tussenplaatsen?
Vrijelijk gemodelleerd naar het weekblad The New Yorker bezoekt The French Dispatch, de tiende film van Wes Anderson, een redactie Amerikaanse expatjournalisten in het Franse dorpje Ennui-sur-Blasé. Schampere satire en vrolijke luchtigheid vormen de onderstroom voor wat inmiddels bekendstaat als de esthetische signatuur van Anderson, een neurotisch formalisme gekleurd door dwangmatige nostalgie.
Na zijn principiële traktaten en zijn subversieve burlesken slaat Bruno Dumont de weg in van de spektakelmaatschappij, met Léa Seydoux als haar verwrongen gelaat.
Met zijn monumentale video-installatie Suspension maakt Sebastian Diaz Morales het Oude Huis van het voormalige Caermersklooster – nu een tentoonstellingsruimte van Kunsthal Gent – tot een werf. Tussen de metalen spijlen van een metershoge stelling kan je in alle (bewegings)vrijheid kijken naar een man die in een val vasthangt.
De mythe van Orpheus en Eurydike spreekt al eeuwenlang tot de verbeelding: een jonge zanger wil zijn geliefde terughalen in de onderwereld maar verknalt het door om te kijken. Misschien zou de bevrijding beter lukken als de genderrollen werden omgekeerd?