Het verdwijnen van de vaste lijn

De nineties hebben gebeld: ze willen hun geschiedenis terug. In M HKA bekijkt een overzichtstentoonstelling die geen overzicht mag heten de veelvormigheid van bewegende beelden in de jaren negentig. Geschiedschrijving is terug van nooit weggeweest.

09.06.2022 | Bjorn Gabriels

Relive the pictures that have come to pass

‘The Beginning is the End is the Beginning’ – Smashing Pumpkins (1997)

 

De tentoonstelling Lenin was een paddenstoel. Bewegende beelden in de jaren 1990 in M HKA definieert haar tijdvak tussen twee majeure militair-politieke gebeurtenissen: het einde van de Koude Oorlog en het begin van de War on Terror. Anders Francis Fukuyama schreef, hoorden ideologisch gedreven conflicten dus niet tot het verleden. Zijn idee dat met de jaren negentig een eind was gekomen aan de geschiedenis krijgt ook – en lang niet voor het eerst – een corrigerende tik via drie documentair-essayistische werken aan het begin van de expo: Dial H-I-S-T-O-R-Y (Johan Grimonprez, 1997), Shock and Awe (Gianni Motti, 2003) en A Season Outside (Amar Kanwar, 1997). Een voorspellende geschiedenis van vliegtuigkapingen, George W. Bush die op het punt staat zijn oorlog tegen terreur af te kondigen en een reflectie over gewelddadig verzet aan de met militair vertoon bewaakte grens tussen India en Pakistan tonen dat het model van de westerse liberale democratie geen eindpunt is.

Bestaat er überhaupt zoiets als een slot? In de sobere scenografie van de expo, die niet alleen chronologie weigert maar ook andere overkoepelende verhaallijnen schuwt, zijn de mogelijke beginpunten evenzeer eindes. Het begin is het einde is het begin… Zonder expliciete leidraad struin je als bezoeker dwars door kamerhoge gordijnen van de ene afgeschermde ruimte naar de andere. Op enkele geluidsoverlappingen na kan de aandacht telkens gaan naar dat ene werk per ruimte. Toch vormen zich clusters. Zelfs bij afwezigheid van vaste lijnen.

De aandacht voor het lichaam delen het enkel letterlijk nagelbijtende Untitled (Eating a part of yourself) (Shilpa Gupta, 1997) en het onder water duikende Grossmut begatte mich (Pipilotti Rist, 1996). Het televisietoestelletje van het eerste en de immersieve video-installatie met drie projecties van de tweede onderstrepen de grote variatie in presentatievormen. Waar Untitled bovendien – weliswaar via ‘televisie’ – teruggrijpt naar de performanceregistraties van de vroege videokunst, dompelt Rist haar Grossmut begatte mich onder in de oververzadigde kleuren van de toenmalige MTV-esthetiek. Terwijl speelgoed en een theekopje neerdalen in een idyllische onderwaterwereld te midden van suggestief kronkelende lichamen, weerklinkt een a-capellaversie van Chris Isaaks losseliefdeballad ‘Wicked Game’. Naast zoetgevooisd-kwetsbare vocalen zorgt een overslaande stem die de liedtekst “I don’t want to fall in love” schreeuwt ervoor dat het meeslepende Grossmut begatte mich ook een bevreemdende angel heeft. Geen paradijs zonder zondeval, dat was al langer geweten. Dat het ironische besef daarvan geenszins romantische ernst in de weg stond, bleek in 1990 uit de postmoderne amour fou Wild at Heart van David Lynch, die een alternatieve videoclip maakte voor ‘Wicked Game’ waarin hij een performance van crooner Chris Isaak afwisselt met filmfragmenten van de vlammende liefde tussen Sailor en Lula.

Dergelijke postmoderne veelvormigheid en associaties spreken uit sommige werken, maar de expo zelf dompelt zich er niet in onder. Je ziet geen commercials, videoclips of nieuwsbeelden, wel hun hergebruik door kunstenaars van divers pluimage. Terwijl de scenografie kiest voor duidelijk van elkaar gescheiden ‘hokjes’, laten de videowerken hiërarchieën tussen bijvoorbeeld hoge en lage cultuur varen. Ver weg van postmoderne schreeuwerigheid en ironische spielerei viert Lenin was een paddenstoel bovenal kritische distantie.

De selectie wil, zo stelt het begeleidende boekje, geen “uitputtend overzicht” bieden en maakt daarmee handig gebruik van de afkeer tegen ‘grote verhalen’ die de postmoderniteit kenmerkt. Toch presenteert M HKA geen postmodern allegaartje van de postmoderne jaren negentig. Wel zie je een mengelmoes van politiek geïnspireerde kritiek en postmoderne slag om de arm (soms overhellend naar leegte) die sindsdien – zij het wat onbestemd – de toon zet. De vaste lijn is nagenoeg verdwenen, een globaal systeem voor mobiele communicatie kwam in de plaats. De geschiedschrijving is gebleven.

De expo ‘Lenin was een paddenstoel. Bewegende beelden in de jaren 1990’ loopt nog tot 21 augustus in M HKA. De Cinema richt in juni een focus op Johan Grimonprez.

gerelateerde artikelen
 

De absurde acrobaat

Met zijn monumentale video-installatie Suspension maakt Sebastian Diaz Morales het Oude Huis van het voormalige Caermersklooster – nu een tentoonstellingsruimte van Kunsthal Gent – tot een werf. Tussen de metalen spijlen van een metershoge stelling kan je in alle (bewegings)vrijheid kijken naar een man die in een val vasthangt.

Briefwisseling: Visite

Fantômas ontvangt en stuurt briefpost vanuit de filmzaal en wandelgangen. Ditmaal een bericht aan het festival Visite in Antwerpen, op de vooravond van hun recentste editie.

 
 

Beiroet, altijd weer

Tijdens MOOOV Filmfestival in Brugge begeleidde Fantômas jonge critici in hun schrijven over film. In zijn essay verkent Gilles Vandaele de tweestrijd eigen aan verzet.

Briefwisseling: IDFA

Tijdens de lockdown werkte regisseur Chloé Malcotti in Brussel haar film Medusa af. Op het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) toonde ze die in aanwezigheid van drie van de acht protagonisten met wie ze in het Italiaanse kustdorpje Rosignano-Solvay de film maakte. Het was een weerzien na drie jaar afstandscontact.

 
 

Fantômas #1: het geheugen, de herinnering

Het verleden is nooit dood. Het is niet eens verleden tijd. Die memorabele gedachte van William Faulkner spookt bij uitstek door elk bewegend beeld. In zijn meest oorspronkelijke vorm is film niet minder dan gestolde tijd, uitgekristalliseerd in 24 beelden per seconde. De filmgeschiedenis is dooraderd met werken waarvan de vertelling in de herinnering duikt, of waarin de herinnering opduikt in de vertelling; talloze cineasten — van gisteren, vandaag en morgen — maken van het geheugen hun ontginningsterrein.