Iets kleins in iets groots

Schijnbaar in verloren momenten filmend aan Caught by the Tides had Jia Zhang-ke een waar magnum opus op het oog. Dat is het, op zijn manier, ook geworden, met de rimpelingen van twee decennia Chinese geschiedenis in een glas bier of op het gelaat.

16.04.2025 | Boet Meijers

Ik kan zonder te overdrijven overvallen worden door een gevoel van angst wanneer ik in de cinema zit met een notitieblokje op mijn linkerknie (over de kunst van het noteren in het donker wellicht ooit eens stuk) en ik het gevoel heb dat ik om een werk echt te begrijpen de binnen- en buitenlandse politiek en het verloop van de tijdsgeest gedurende de afgelopen eeuw moet hebben doorgrond en eigen gemaakt. Voor ik het weet heb ik niet zitten opletten, starend naar mijn navel die mij voorkomt als een ronde kenniskloof met een bobbeltje erin.

Jia Zhang-ke’s Caught by the Tides vertelt het verhaal van twee geliefden en het deinend ontplooien van hun relatie gedurende de eerste twintig-of-wat jaar van deze eeuw. Qiaoqiao, zwijgend vertolkt door de wonderbaarlijke Zhao Tao, die al jarenlang aan Zhang-ke’s zijde staat als eega en muze, probeert een leven voor zichzelf op te bouwen als allround showgirl; zingend, modellerend, drankjes vertegenwoordigend. Haar gezicht, omlijst door een pruik die een eigen plek op de aftiteling verdient, straalt een uit noodzaak geboren beheersing uit. Want het is 2001, Qiaoqiao is deel van de eerste generatie vrouwen die voort is gekomen uit de eenkindpolitiek, volwassen is geworden in een samenleving waar de vrouw een schrijnende ondergeschiktheid is toebedeeld van een slag dat uniek is aan dit veertig jaar durende beleid. In tegenstelling tot de schijnbaar eenduidige functie van vrouwen is die van de mannen die de stad om haar heen bevolken talrijker en diverser; het zijn geblakerde mijnwerkers, honende haantjes op motorfietsen, machtswellustige maffiosi met glanzend bezwete buiken en doffe ogen. Een van die mannen is Guo Bin (Li Zhubin), promotor van een club waar Qiaoqiao zingt. Zij werpt zich op hem, hoe onbegrijpelijk ook, want Bins onderkoelde afstandelijkheid maakt hem een verre van aantrekkelijke partij. Hij blijft zich afwenden, wat uiteindelijk culmineert in zijn vertrek. Bin verlaat Datong – brengt zijn geliefde per sms op de hoogte zoals het een echte heer betaamt – om het grote geld achterna te jagen in het gebied waar de Drieklovendam in aanbouw is; met zijn twee kilometer lengte de grootste waterkrachtcentrale ter wereld en verantwoordelijk voor de gedwongen verplaatsing van 1,2 miljoen mensen. Qiaoqiao begint op haar beurt een zoektocht, niet naar werkgelegenheid maar naar Bin, een reis die haar door een immer veranderend China voert.

De eerste twee derden van Caught by the Tides bestaan uit materiaal dat Zhang-ke haast tussen neus en lippen door verzamelde tijdens dezelfde periode als waarin de film zich afspeelt. Een enkele term hanteren om Caught by the Tides te proberen duiden is een loze onderneming. Collage strookt niet met de voorbedachte rade van het project, volgens Zhang-ke was het de bedoeling om nog jaren op het materiaal te blijven broeden en het pas veel later als besluitend opus aan elkaar te rijgen, maar toen de Covid 19-pandemie toesloeg, zag hij dit als het juiste historische moment om met de liggende stukken aan de slag te gaan. Contemplatief gedocumenteerde sequenties waarin een straatbeeld vol mannen met fietsen voorbij trekt, ondersteund door een muzikant en zijn gitaar die piekeren over het dag-in-dag-uit-bestaan van de loondienstige alleman, vrouwen die er verlegen om zitten een lied te zingen in besloten kring, cafégangers die van over de rand van hun bierglas richting cameraman gluren. Deze in het moment misschien doelloze documentaties, door de handen van Zhang-ke en zijn drie monteurs (Yang Chao, Matthieu Laclau en Xudong Lin) tot glas-in-loodvertelling omgegoten, geven niet zozeer een inzicht in de oorzaken en gevolgen van de drie historische momenten waar ze aan opgehangen zijn, maar zinspelen op een culturele psyche die op een intuïtief niveau begrepen dient te worden. De mozaïekvorm maakt dat het enkel mogelijk is de verhaallijn te volgen wanneer je de elementen uit de mise en scène uitdunt tot hun puurste vorm, elke passerende kroeg dezelfde kroeg laat zijn. Voor de ingewijde kijker zijn de films waar de beelden uit geleend worden te herkennen, wat ongevraagd verhaallijnen kan oproepen die voor Caught by the Tides irrelevant zijn, voor de leek zal het inspanning vergen om in de wirwar van locaties en tijdperken de rode draad in het zicht te houden.

Paradoxaal genoeg is het juist met gebrekkige kennis over China, in historisch en hedendaags opzicht, makkelijk om een film als deze te interpreteren als essayistisch, een term die in dit geval voorbijgaat aan de fijngevoelige dichterlijkheid van de film. De historische hectometerpalen die de film opdelen in hoofdstukken zijn ondanks hun schaal niet het centrale punt, dat blijft een veel ‘kleiner’ verhaal; de zoektocht van één vrouw naar de verlossing van haar man. Qiaoqiao is als een vlieg in een rijdende auto, weliswaar bestaat zij in de grotere context van het land waar zij burger is, weliswaar hebben de (inter)nationale gebeurtenissen een werking op haar; toch blijven de voornaamste zorgen en drijfveren die van het hyperpersoonlijke, de liefde en de daar onlosmakelijk mee verbonden zelfverwezenlijking. Deze relativiteit gaat niet enkel over de relatie tussen mens en land, maar ook tussen mens en tijd. In 2001 zijn beide hoofdpersonages jonge volwassenen, gedurende de jaren dat zij uit elkaar zijn, zoeken ze hun plek in de wereld en in zichzelf. Wanneer ze elkaar na lange tijd weer terugzien, is het stuitend hoe oud Bin is geworden in vergelijking met de haast onveranderde Qiaoqiao. Hij is nu een oude man, van een ouderdom die zich kenbaar maakt in zijn telkens loszittende veters en zijn onvermogen om de razendsnelle technologische vooruitgang bij te benen. Zij, daarentegen, is erin geslaagd jong te blijven; het is haar gelukt zich los te maken van de onderwerping waaraan zij in haar jonge jaren overgeleverd was, haar omgeving lijkt met haar mee veranderd, bedaard te zijn, misschien een weerspiegeling van hoe veel krachtiger zij zelf in deze omgeving staat. Qiaoqiao is veerkrachtig gebleken, heeft een leven opgebouwd dat ondanks een ogenschijnlijke eenzaamheid aan niemand anders toebehoort dan haarzelf.

REGIE Jia Zhang-ke
SCENARIO Jia Zhang-ke & Wan Jiahuan
FOTOGRAFIE Yu Lik-wai & Éric Gautier
MONTAGE Jia Zhang-ke, Yang Chao, Xudong Lin, Matthieu Laclau
MUZIEK Lim Giong
MET
Zhao Tao, Li Zhubin, You Zhou
PRODUCTIELAND China
JAARTAL 2024
LENGTE 111 minuten
DISTRIBUTIE Paradiso Filmed Entertainment
RELEASE 9 april 2025 (België), 20 februari 2025 (Nederland)

gerelateerde artikelen
 

Mensen, ik haat ze

Woede heerst in Pansy’s leven. Haar omgeving kan erover meespreken. Al is net haar spreken, een tierende alleenspraak, fascinerend aan Mike Leigh’s Hard Truths.

Een vleugelslag, lang geleden

De synopsis van Lisandro Alonso’s Eureka belooft ons te leren wat het betekent mens te zijn. Dat moet wel grootspraak zijn, toch?

 
 

Een carnaval van leven en dood.

Met het zinderende A New Old Play maakt de Chinese schilder en cineast Qiu Jiongjiong zijn fictiedebuut. Wij gingen met hem in gesprek over zijn filmstijl op het kruispunt van schilderkunst en cinema, over de kracht van kunst en over de uitdagende omstandigheden waarin hij zijn film maakte.

De muren tussen ons

Vanuit zijn eigen raam filmt Thomas Imbach in Nemesis hoe een verlaten goederenstation in Zürich het veld moet ruimen voor een modern politiebureau. Tussen beide in gaapt een bouwwerf en vijandigheid tegenover ‘het vreemde’.

 
 

Fantômas #1: het geheugen, de herinnering

Het verleden is nooit dood. Het is niet eens verleden tijd. Die memorabele gedachte van William Faulkner spookt bij uitstek door elk bewegend beeld. In zijn meest oorspronkelijke vorm is film niet minder dan gestolde tijd, uitgekristalliseerd in 24 beelden per seconde. De filmgeschiedenis is dooraderd met werken waarvan de vertelling in de herinnering duikt, of waarin de herinnering opduikt in de vertelling; talloze cineasten — van gisteren, vandaag en morgen — maken van het geheugen hun ontginningsterrein.