Land Marks

Terwijl de historische Zwitserse filmzaal Le Plaza renoveert, krijgen externe curatoren vrij spel in haar vitrine. Curator en onderzoeker Julian Ross blikt terug op een programma dat hij er in april samenstelde en licht en passant een tipje van de sluier over het thema van het volgende Fantômas-nummer.

04.07.2022 | Julian Ross

Vaak worden technologie en de natuur beschouwd als tegenpolen. Technologie heet dan rationeel en precies, terwijl de natuur wild en onhandelbaar zou zijn. Deze tegenstelling houdt echter niet altijd stand, omdat technologie zich onvoorspelbaar kan gedragen en de natuurlijke wereld vol patronen, regels, evenwicht en precisie zit. Bovendien gaat de veronderstelde tegenstelling tussen natuur en technologie ervan uit dat die twee van elkaar te scheiden zijn, een onderscheid dat meer behoort tot de inbeelding dan tot de werkelijkheid, aangezien de techindustrie voor haar hardware afhankelijk is van uit de aarde gedolven grondstoffen en media en technologie steeds meer uitgroeien tot een verlengstuk van ons lichaam. Terwijl deze positie van technologie universeel wordt erkend, behandelen we de natuur echter meestal als een ver familielid dat we af en toe bezoeken, een standpunt dat de Britse filosoof Timothy Morton betwist aangezien we samenleven met bacteriën en andere micro-organismen. De perceptie van hoe we ons verhouden tot de dierenwereld is ook aan het verschuiven nu biologen en ethologen laten zien dat we de ene na de andere ‘unieke’ menselijke prestatie – van het maken en gebruiken van gereedschap tot altruïstisch gedrag, moraliteit en bewustzijn – moeten delen met andere diersoorten. Zo beschouwd is er dus geen zuivere grens tussen ons en de natuurlijke wereld.

Ik schrijf deze tekst vanuit Nederland, een land dat bekendstaat om zijn strakke natuurbeheer. De reputatie van Nederlanders riep de internationaal bekende spreuk “God schiep de aarde, maar de Nederlanders schiepen Nederland” in het leven en er wordt gekscherend gesuggereerd dat er in het land geen boom te vinden is die niet door een ambtenaar is gepland. Terwijl interventies zijn ontaard in wanbeheer en destructieve landbouwpraktijken, met als gevolg de zo goed als gehele vernietiging van de gezonde Nederlandse natuur en biodiversiteit, hebben wetenschappers de afgelopen jaren bewezen dat de Nederlandse natuur nu dermate beschadigd is dat haar herstel alleen kan worden bereikt door verder actief ingrijpen.

De relatie tussen mens, natuur en technologie is dus gecompliceerd; dat is ze altijd geweest, ook al beginnen we dat nu pas als zodanig te herkennen. Op het oneffen terrein van die complexe kruising wilde ik ‘Land Marks’ plaatsen, een filmprogramma van negen korte films, in loop gepresenteerd in Le Plaza Cinema in Genève, Zwitserland, in april 2022.

 

Futiel en destructief

Verschillende werken in het programma vinden een bron van humor bij de absurditeit van mensen die de natuur willen beheersen. In Reign of Silence (2013) observeert een statische opname een motorboot die in cirkels ronddraait op de Noordelijke IJszee. Wanneer de boot het kader verlaat, verspreiden de rimpelingen zich tot ze uiteindelijk verdwijnen en we terugkeren naar de kalme stilte waarmee de video begon. Deze vluchtige menselijke opdringerigheid in een van de meest ongerepte gebieden ter wereld voelt doelgericht, aangezien de deadpan richtlijnen van kunstenaar Lukas Marxt over de radio te horen zijn. De verbijsterde reacties van zijn partner in crime, de bestuurder van de boot, drijven de spot met de zinloosheid van hun actie. Hoewel Marxt modder, zoutkristallen en basaltrotsen inruilt voor tijdelijke rimpelingen, doet de vluchtige spiraalvorm in het water denken aan Robert Smithsons beroemde landschapssculptuur Spiral Jetty (1970), niet alleen een belangrijk werk in de carrière van de Amerikaanse kunstenaar, maar ook in Land Art, de kunststroming die ontstond in de jaren zestig en zeventig. Land Art heeft wel vaker een vleugje humor. Verwacht grootse, monumentale gebaren blijken zinloos minuscuul in vergelijking met de enorme omvang van de natuur.

 

Waar we ook kijken, lijken we bewijzen te vinden van menselijk ingrijpen. Zoals de woordspeling in de titel ‘Land Marks’ hopelijk aangeeft, was de impact van de mens op het milieu een belangrijke overweging bij het samenstellen van het programma, hoewel geen van de films er expliciet op ingaat. De film die dat onderwerp het dichtst benadert, is “01106” (Ballast) (2001) van de Nederlandse kunstenaar Klaas Kloosterboer. Opnieuw gefilmd in één take zien we een ongewone roadmovie die de reis vastlegt van twee vuilniszakken die worden voortgesleept met touwen aan de achterkant van een auto en geleidelijk aan uit elkaar scheuren terwijl de inhoud op de weg morst. Ondanks wat er zich in z’n kielzog afspeelt, vertoont de auto geen tekenen van stoppen. Deze zinloze dwang om door te gaan vertelt voor mij over de manier waarop de mensheid reageert op de vernietiging van het milieu.

Ook Julia Feyrers stille 16mm-film Escape Scenes (2014) legt vernietiging vast achteraan bij een auto. Wind slaat tegen objecten die geplaatst zijn in een rechtopstaand frame achter op een rijdende truck. Onvermijdelijk vallen ze uit elkaar. Het frame is gemaakt van meetlatten, waardoor het lijkt te zinspelen op de absurde handeling om te blijven bewegen tijdens het meten, een handeling we gewoonlijk associëren met precisie. Je zou kunnen zeggen dat onze huidige reactie op de milieucrisis even tegenstrijdig is: we kijken terug op de vernietiging in ons kielzog maar blijven ons vooruit haasten.

 

Meten is weten

Meten vormde eveneens onderdeel van m’n onderzoek naar de relatie tussen mens en natuur, een idee dat werd aangewakkerd door Constant (2022) van Sasha Litvintseva en Beny Wagner. Deze film, die ik helaas niet in het programma heb opgenomen, gaat over de geschiedenis van gestandaardiseerde metingen en hoe de menselijke waarneming de oorzaak was van de onnauwkeurigheid van het metrieke stelsel en dat al van bij de oorspronkelijke bedoelingen, namelijk om de meter te beschrijven als een fractie van tien miljoen in afstand tussen de evenaar en een van de polen van de aarde. De film, die verwijst naar het boek The Measure of All Things (2002) van wetenschapshistoricus Ken Adler, toont de zeven jaar durende reis van twee onderzoekers die in de tijd van de Franse Revolutie te voet op pad gingen om de wereldbol te meten om een ​​standaardeenheid te creëren, een project dat uiteindelijk mislukte omdat hun berekeningen er 0,2 mm per meter naast zaten.

Terwijl Constant een duizelingwekkende diversiteit aan beelden inzet, van 360 gradencamera’s tot fotogrammetrie, deed dat onderzoek naar de meter me denken aan een film over een andere lengtemaat, de voet. Minjung Kims (100ft) (2016) grijpt, in één take zonder voice-over, terug naar een tijd waarin het menselijk lichaam als basis diende voor metingen. Oorspronkelijk is de metrische eenheid van de voet gebaseerd op de lengte van een gemiddelde Engelse, witte, mannelijke voet en deze Britse imperiale eenheid wordt nog steeds gebruikt. In haar onderzoek naar de genderimplicatie van het toewijzen van de gestandaardiseerde eenheid aan een mannelijke voet vroeg Kim een ​​man en een vrouw om honderd stappen te zetten. Honderd voet is immers de lengte van een rol 16mm-film. Ze legde hun acties vast in één shot, waaruit bleek dat de vrouw uiteindelijk achterliep omdat haar voeten kleiner waren dan die van haar mannelijke tegenhanger.

 

Ook touw werd in veel culturen gebruikt als meetinstrument, tot gestandaardiseerde eenheden het vervingen. In SEA STATE 5: drift (rope sketch) (2012) van Charles Lim zien we een lang stuk touw in zee drijven. Daarmee verwijst het naar de willekeur van grenzen op zee en stelt het de handeling in vraag van het bezetten van watermassa’s die van nature veranderlijk zijn. Lims film moet worden gezien in de context van z’n lang lopende serie SEA STATE, die sinds 2004 bestaat uit vele varianten waarin de voormalige Olympische zeiler een blik werpt op zijn comfortzone, de zee, waarnaar zijn geboorteland Singapore via landwinning steeds verder uitbreidt. De camera registreert het zachtjes drijvende touw terwijl z’n vorm voortdurend lichtjes wijzigt op manieren die de steeds groter wordende contouren van de Zuidoost-Aziatische stadstaat oproepen. The Middle Dogs Day (1974) van de Zuid-Koreaanse filmmaker Han Okhi, medeoprichter van het feministische filmcollectief Kaidu Club, verkent de vele functies van het touw – inclusief meting en beperking – via een speelse stopmotionanimatie.

 

Zichtbare en onzichtbare kaders

Film heeft eveneens veel soortgelijke toepassingen, van het meten van tijd tot het documenteren van ruimte. Een zintuiglijke illusie creëren is nog iets anders. Zowel Vertical (1969) van David Hall als Hit & Run (2006) van Tijmen Hauer gebruiken camerapositie en kadrering om met onze waarneming te spelen en ons te laten twijfelen aan wat we zien. In Hit & Run rent Hauer over een vlak veld om een ​​plek buiten het cameraframe te bereiken, maar zodra hij de grens bereikt, loopt hij aan tegen een onzichtbare fysieke muur. Die actie herhaalt hij keer op keer, telkens met hetzelfde hilarische resultaat. Met het hypnotiserende Vertical plaatst Hall z’n camera en hoekige sculpturale objecten strategisch tegen het landschap om het publiek tot zintuiglijke verwarring te brengen. Hoewel de door de mens vervaardigde objecten, de menselijke geest en de natuurlijke omgeving verschillende werelden lijken, spannen ze samen om te desoriënteren. Wanneer de camera uitzoomt of een persoon door het beeld loopt, lijkt de wereld even de natuurwetten te tarten. Deze momenten zijn afhankelijk van onze deels aangeboren kennis van de logica van perceptie, die heeft bepaald hoe we in de bioscoop of elders instrumenten gebruiken om diepte en schaal over te brengen.

Bij het documenteren van de natuur valt me een schijnbare tegenstelling op die aanwezig is in alle afbeeldingen die we van haar maken, van stilstand tot en met beweging. Van een afstand gezien lijkt de horizon stabiel en constant; in close-up ziet diezelfde lijn er rafelig uit en zonder waarneembare patronen. Chris Kennedy speelt met deze paradox in zijn film Brimstone Line (2013). Daarin plaatst hij drie rasterframes – die, althans voor mij, The Draughtsmans’ Contract (1982) van Peter Greenaway oproepen – langs de Credit River op het platteland van Ontario, Canada, waarmee hij de natuurlijke landschappen in individuele frames snijdt. Ondanks de inspanningen om de natuur te herleiden tot waarneembare fragmenten, blijkt ze veerkrachtig te zijn, en het constante geluid in de film kan je ervaren als kalm of lawaaierig, afhankelijk van op welk deel van het geluid je je wilt concentreren. Hoewel film kan worden gebruikt om de natuur vast te leggen, kan hetzelfde instrument onbedoeld de zinloosheid van die daad documenteren door de weerstand van de natuur tegen ons begrip te tonen.

 

Het filmprogramma ‘Land Marks’ was in april te bezichtigen in cinema Le Plaza in Genève. De tekst werd vertaald door Bjorn Gabriels. 

Benieuwd naar het vierde nummer van Fantômas?
Bestel hier alvast jouw exemplaar!

gerelateerde artikelen
 

Het geluid van één klappende hand

Geconfronteerd met de onuitvoerbaarheid van zijn initiële project koos Gwenaël Breës een andere aanpak. In plaats van een klassieke documentaire over een inspirerend kunstenaar werd In a Silent Way een meditatieve benadering van het artistieke scheppingsproces. Of hoe zwijgen het zenit is van alle kunst die ertoe doet.

De absurde acrobaat

Met zijn monumentale video-installatie Suspension maakt Sebastian Diaz Morales het Oude Huis van het voormalige Caermersklooster – nu een tentoonstellingsruimte van Kunsthal Gent – tot een werf. Tussen de metalen spijlen van een metershoge stelling kan je in alle (bewegings)vrijheid kijken naar een man die in een val vasthangt.

 
 

Sergei Parajanov: magiër van de filmkunst

Sergei Parajanov was schilder, muzikant, collage-artiest en filmpoëet, een multigetalenteerd kunstenaar van Armeense afkomst. Na enkele onopgemerkt gebleven films maakte hij met het wild creatieve Shadows of Forgotten Ancestors grote indruk, die hij nog overtrof met The Colours of Pomegranates, weliswaar in een heel andere, al evenzeer creatieve tableaustijl.

Wat meer en vooral niets minder. Thierry Zéno gerestaureerd

CINEMATEK brengt hulde aan de visionaire Belgische kunstenaar en filmmaker Thierry Zéno zaliger. Uit de recente restauratie van zijn werk vloeit een dubbele dvd-release met drie van zijn inktzwarte films. Het is een wonderbaarlijke en bijzonder wrange collectie van de meest controversiële filmmaker die België ooit mocht kennen.

 
 

Lamento voor een dode slang

De mythe van Orpheus en Eurydike spreekt al eeuwenlang tot de verbeelding: een jonge zanger wil zijn geliefde terughalen in de onderwereld maar verknalt het door om te kijken. Misschien zou de bevrijding beter lukken als de genderrollen werden omgekeerd?