In Laura Wandels debuut Un monde krijgt de afkorting PTSD een alternatieve betekenis. Door te visualiseren hoe de jonge Nora de chaos en pesterijen op de speelplaats ervaart, evoceert ze een instant gevoel van ‘Playtime Stress Disorder’.
Zoals de planeten in het zonnestelsel op Nora’s rugzak onderhevig zijn aan fysische wetten en ruimtelijke hiërarchie, zo gelden ook op de speelplaats van haar nieuwe lagere school genadeloze regels. Haar oudere broer Abel valt ten prooi aan het heersende recht van de sterkste en wordt dag na dag gepest door de cool kids van zijn klas. Ze gooien hem in een vuilniscontainer, slaan hem in elkaar en duwen zijn hoofd in de toiletpot. Nora wil wel helpen, haar broer troosten en zelfs verdedigen, maar beseft dat dat van haar een kleine persona non grata zou maken.
Op geen enkel moment biedt Laura Wandel een volwassen perspectief op deze pesterijen, dat van een ouder of van een objectieve, alwetende verteller. Un monde is een unieke exploratie van Nora’s subjectieve positie: haar positie als toekijker, als zus en vooral als kind. Zowel narratief als visueel is deze debuutfilm een reconstructie van haar individuele ervaring van de spannende eerste maanden op een nieuwe school en de onmacht die ze voelt bij de pesterijen tegen haar broer. De spelende kinderen zijn te luid, de omgeving is te nieuw, haar klasgenoten te onvoorspelbaar.
Hoewel Wandel amper point-of-viewshots gebruikt, slaagt ze er toch in om dat subjectieve perspectief te visualiseren. Door niet de werkelijkheid te tonen die Nora ervaart, maar zoals ze die ervaart, kan de kijker delen in haar ervaringen. De camera staat steeds op haar ooghoogte, waardoor volwassenen slechts bestaan als een paar wandelende benen. Wanneer ze zich even overprikkeld voelt of wanneer ze de pesterijen rondom haar niet meer kan aanzien, stelt Wandel scherp op haar verwarde gelaat. De drukke speelplaats is slechts een in soft focus gefilmd kleurenspel.
Un monde is een sociaal drama dat stevig inzet op het creëren van empathie en het overbrengen van emoties, maar is tegelijkertijd meer dan dat. Het is een stilistische zoektocht naar de filmstijl die het best aansluit bij het acteerwerk van kinderen. Omdat hun spel bij momenten onvoorspelbaar kan zijn, kiezen regisseurs er doorgaans voor hun handelingen en dialogen op te splitsen in kleine, behapbare deeltjes, die ze pas via de montage samenbrengen. Wandel onderscheidt zich door resoluut te kiezen voor een longtake-esthetiek.
In minutenlange long takes en met een bewegende camera volgt ze haar personages. Ze geeft hen de tijd en de ruimte om de gerepeteerde acties aan te vatten, uit te voeren en gecontroleerd neer te leggen. Ze gaat daarin nog verder dan Céline Sciamma, die in het recente Petite maman (2021) – een bescheiden (kinder)film met twee lagereschoolkinderen in de hoofdrol – eveneens long takes verkiest boven een versnipperde montage, maar bij momenten toch teruggrijpt naar de veilige en makkelijkere combinatie van shot en tegenshot. Wandel ruilt gemakkelijkheidsoplossingen in voor uitdagende long takes, waarmee ze ons deelgenoot maakt van Nora’s ervaring. De speelplaats is een kleine wereld, slechts een van de vele, maar voor haar is ze even weids en ondoorgrondelijk als het zonnestelsel op haar boekentas.
REGIE Laura Wandel
SCENARIO Laura Wandel
FOTOGRAFIE Frédéric Noirhomme
MONTAGE Nicolas Rumpl
MET Maya Vanderbeque, Günter Duret, Laura Verlinden
PRODUCTIELAND België
JAARTAL 2021
LENGTE 72’
DISTRIBUTIE Lumière
RELEASE 20 oktober 2021 (België), 25 november 2021 (Nederland)
Bijna vijftig jaar na Ingmar Bergmans iconische Scenes from a Marriage (1973) waagt regisseur-scenarist Hagai Levi zich aan een hedendaagse, Amerikaanse remake. Vraag blijft of Levi ook iets nieuws weet te vertellen over de ontwrichting van een getrouwd koppel anno 2021, hier met verve vertolkt door Jessica Chastain en Oscar Isaac.
De mythe van Orpheus en Eurydike spreekt al eeuwenlang tot de verbeelding: een jonge zanger wil zijn geliefde terughalen in de onderwereld maar verknalt het door om te kijken. Misschien zou de bevrijding beter lukken als de genderrollen werden omgekeerd?
In François Ozons familiedrama Tout s’est bien passé worden de rollen omgekeerd. Dochter Emmanuèle wijdt haar leven volledig aan haar vaders laatste wens: de wens om te sterven. Ozon belicht niet de emotionele maar de praktische kant van dit proces, want – zo staat Willem Elschot hem bij – “tussen droom en daad staan praktische bezwaren”.
Liesbeth De Ceulaers docufictiefilm Holgut verbindt mythes en legendes uit het verleden met gemoedelijke gesprekken in het heden en droombeelden over de toekomst. In alle drie waart iets van de lang uitgestorven mammoet rond: soms slechts een afdruk, soms een enkele slagtand, soms het hele beest met huid en haar en knipperende tekenfilmogen.
Uit voormalige Oostbloklanden komen er sporadisch ‘revisionistische’ films, waarin een nieuw licht wordt geworpen op historische fenomenen die tijdens de Koude Oorlog in de doofpot waren gestopt. Enkele voorbeelden zijn Sunshine (István Szabó, 1999) en Katyń (Andrzej Wajda, 2007). Andrej Kontsjalovski’s Dear Comrades! sluit daarbij aan.
De ware inhoud van Son-Mother verschuilt zich achter een donker doek. Man en vrouw, moeder en zoon worden tegenover elkaar geplaatst, tussen hen verschijnen de diepste afgronden. Ook als toeschouwer kijk je soms angstig neer op koude, kolkende diepten.