Sinds mensenheugenis inspireert de maan de mens. Zo ook in Bozar, waar de creatieve duizendpoot Laurie Anderson samen met mediakunstenaar Hsin-Chien Huang de VR-installatie To the Moon presenteert. Als toeschouwer vlieg je illusoir met hen mee.
Kunst en virtual reality: ze zijn nog niet zo lang geleden getrouwd en het blijft een gewaagd huwelijk. Zelf zag ik er helaas niet erg veel goede voorbeelden van. De beste prestatie kwam wellicht van de animatiekunstenaars Djurberg & Berg, op hun overzichtstentoonstelling in de Schirn Kunsthalle in Frankfurt (alweer in 2019). Daar stelden zij tientallen griezelige, soms adembenemende animatiepoppen en -films voor. Zo ook hun destijds recente virtualrealitytrip It Will End in Stars (2018). Het duo nam de kijker mee op een immersieve trip in een sprookjesverhaal dat losjes op Roodkapje gebaseerd was. Op een tocht in houtskooltekeningen die dreef op een dwingende soundtrack wandelde je langs de sterren. En zo belandde je in het huisje van een wel erg boze wolf. Als kijker kwam je er met de schrik van af.
De sterren, en meer nog de maan, staan ook centraal in To the Moon, een gezamenlijk werk van Laurie Anderson en Hsin-Chien Huang dat de komende maanden in Bozar te zien en te beleven is. De VR-installatie kwam in 2019 tot stand ter ere van de vijftigste verjaardag van de maanlanding. In een zijzaaltje van het Brusselse kunstenpaleis instrueert een vriendelijke dame hoe het werk te ondergaan. Er is uiteraard de virtualrealitybril en -helm, en ik krijg ook twee controllers in mijn handen gestopt. De armen strekken laat je sneller ‘vliegen’, ze naar je borstkas halen maakt het allemaal wat trager.
Ik zie door de bril het stoeltje waarop ik zit en hoor de prikkelende, erg verzorgde stem van Anderson nog wat meer uitleg geven bij het werk. Ze wil dat ik mijn armen strek langs mijn lichaam, als in een kruis. En dan zijn we vertrokken! Ik vlieg virtueel naar de maan. Andersons prachtige muziek domineert, en die zal gaandeweg het werk lopen van donker en dreigend over funky tot meeslepend en dwingend. Ik bevind me meteen dans l’espace. Niet goed wetend wat ik precies doen moet, begin ik rond te ‘zweven’ op deze maan, in de verte zie ik de aarde. In keurig zwart-wit ontwaar ik skeletachtige creaturen: een dinosaurus, een beer, een walvis, een olifant; verdwenen diersoorten of beestjes die jammer genoeg haast met uitsterven bedreigd zijn. Wanneer ik een van deze creaturen benader, blijk ik er doorheen te kunnen ‘vliegen’. Maar het duurt niet zo lang voor ik in een andere sequentie beland. Zo zijn er zes. Een daarvan is een in het luchtledige zwevende roos waarrond planeten draaien, een ander een berg die in de ruimte drijft of een landschap waar zwarte diamanten uit de lucht vallen. Aan het einde van het werk bevind ik me op de rug van een ezeltje. Dat troont me langzaam naar een duizelingwekkende afgrond.
Inhoudelijk willen Anderson en Huang me wat vertellen over onze problematische verhouding met het klimaat. Ze tonen niet alleen (bijna) uitgestorven diersoorten, maar mijn handen veranderen ook plots in cijfertjes, hetgeen naar mijn gevoel verwijst naar onze vergankelijkheid. Het duo neemt echter nooit een expliciet standpunt in. Hun werk mikt meer op de ervaring. To the Moon gaat overigens verder op een Chinese legende die verhaalt over een schilder die jaren aan een werk sleutelde om er uiteindelijk in te verdwijnen: hij stapte in zijn eigen landschap van watervallen, vissers en bergen. Hier los je dus ook figuurlijk in het werk op, en de tocht is behoorlijk sensationeel. Volgens mij hebben kunstenaars die werken met virtual reality nog een mooie toekomst voor zich. In de tussentijd voor deze To the Moon nog een kleine waarschuwing: mensen met hoogtevrees onthouden zich bij voorbaat, want Anderson en Huang doen duizelen.
To the Moon van Laurie Anderson en Hsin-Chien Huang is nog tot 8 januari te beleven in Bozar. Op 1 en 2 december brengt Anderson ook twee concertperformances. Ze is centrale gast van het festival Ars Musica.
Met het zinderende A New Old Play maakt de Chinese schilder en cineast Qiu Jiongjiong zijn fictiedebuut. Wij gingen met hem in gesprek over zijn filmstijl op het kruispunt van schilderkunst en cinema, over de kracht van kunst en over de uitdagende omstandigheden waarin hij zijn film maakte.
CINEMATEK brengt hulde aan de visionaire Belgische kunstenaar en filmmaker Thierry Zéno zaliger. Uit de recente restauratie van zijn werk vloeit een dubbele dvd-release met drie van zijn inktzwarte films. Het is een wonderbaarlijke en bijzonder wrange collectie van de meest controversiële filmmaker die België ooit mocht kennen.
Met zijn monumentale video-installatie Suspension maakt Sebastian Diaz Morales het Oude Huis van het voormalige Caermersklooster – nu een tentoonstellingsruimte van Kunsthal Gent – tot een werf. Tussen de metalen spijlen van een metershoge stelling kan je in alle (bewegings)vrijheid kijken naar een man die in een val vasthangt.
Met de tentoonstelling ‘This Is What You Came For’ laat Els Dietvorst centrum en periferie elkaar ontmoeten. Een wandeling tussen projectie en tastbaarheid.
Liesbeth De Ceulaers docufictiefilm Holgut verbindt mythes en legendes uit het verleden met gemoedelijke gesprekken in het heden en droombeelden over de toekomst. In alle drie waart iets van de lang uitgestorven mammoet rond: soms slechts een afdruk, soms een enkele slagtand, soms het hele beest met huid en haar en knipperende tekenfilmogen.