Van lichaam tot lichaam

Wat beweegt ons in film? Fantômas houdt de vinger aan de pols tijdens Film Fest Gent, met vandaag De Humani Corporis Fabrica van Lucien Castaing-Taylor en Véréna Paravel, met als hoofdpersonage dat ene lichaam van ons allen.

17.10.2022 | Boet Meijers

In Parijse ziekenhuizen, geborgen in blauwe kleden en witte lampen, omstrikt met infuus en behoedzaam opengereten, liggen lijven braak onder droomloze verdoving. In de steigers staan ze, glimmend ontsmet en ontkoppeld van de persoon die in dit lichaam woont, om gerepareerd te kunnen worden; onderhouden, bijgeschaafd, gepolijst en opgepoetst. De chirurgen die zich over de operatietafel buigen bespreken de huizenprijzen op het platteland of de onkunde van collega’s, ze zien hun kinderen te weinig, ze zijn moe.

Vanuit een gangenstelsel vol graffiti onder een van de ziekenhuizen, waar potige mannen met hun Duitse herder de boel in de gaten houden en de leuzen op de muren geschreven zijn door de gelukkigen die hier niet hoeven te blijven, bewegen antropologen Lucien Castaing-Taylor en Véréna Paravel zich geruisloos door verscheidene gespecialiseerde medische afdelingen.

Hoofdpersonage is een lichaam, vertolkt door niet één iemand maar een verzameling mensen; patiënten en dokters, bewakers en lijken. Met een vlugge doch nauwkeurige haal wordt een keizersnede gezet om het personage ter aarde te brengen, klampen gerimpelde vingertjes zich om het egale latex van de doktershanden, tegelijk om de mijne, en wachten we samen af tot een geruststellend gekrijs het nieuwe leven inhuldigt. Het lichaam groeit op en wordt neurochirurg; terwijl het met minuscule instrumenten de hersenpan van een patiënt binnentreedt en herinneringen ophaalt aan vroeger, aan met meccano spelen, ligt het in een andere ruimte met het gezicht naar beneden op een koolstofvezelen tafel, de ruggengraat blootgelegd om aan scoliose geopereerd te worden. Licht en lens treden de lijven binnen en onthullen de fragiele machinerie die een merkwaardige angst aanjaagt: de realisatie dat het lichaam, dat zichzelf gadeslaat en vanuit veiligheid kan kijken naar wat het eigenlijk niet hoort te zien, voor je er erg in hebt kan beginnen te kraken, te piepen en te zeuren. De illusie van onkwetsbaarheid, voorbehouden aan bofkonten en ultiem onhoudbaar, verdwijnt met overtollig vocht de afvoer in. De gebruikelijke sigaret na de film blijft uit.

Eenmaal oud geworden, een leven overleefd, klampen de handen van het lichaam die onderweg hun rimpels hervonden zich vast aan de arm van een vriendin. Samen maken zij een wandelingetje door linoleum gangpaden waar de routes duidelijk op gemarkeerd staan. Het zal niet nodig zijn, het lichaam zal nergens meer naartoe gaan maar daar in het ziekenhuis eindigen; gekoeld in een kelder met een zuster die eraan sjort om het in een trui te krijgen die ietwat krap rond de schouders valt. Toch dringt ze haar vriendin aan: “Schiet nou toch eens op, we hebben haast.”

 

Hier vind je de vertoningsdata van De Humani Corporis Fabrica op Film Fest Gent.