Fantômas ontvangt en stuurt briefpost vanuit de filmzaal en wandelgangen. Ditmaal een bericht van op de Berlinale.
Dag tiener,
Spreken films, in een bioscoop, jou aan? Soms lijkt het wel alsof alle films over jou gaan. Een puberale gedachte?
“Freed from desire, mind and senses purified.” Die woorden van eurodancezangeres Gala gingen door m’n hoofd op terugweg naar het hotel na een dagje festivalfilms kijken in Berlijn. Niet dat m’n herinneringenmachine voortdurend ninetieshits op me afvuurt – nu ja, soms wel – maar de zin sprong me in de nek vanuit een geparkeerde Audi met openstaande ramen. Wandel ik door een Antwerps gehucht in de jaren negentig of Berlijn anno 2022?
Een driehoeksverhouding drong zich op. Eigen tienerherinneringen aan verloren namiddagen en plattelandsfuiven haakten zich aan het net afgeronde tweede nummer van Fantômas en aan het drietal coming-of-agefilms die ik net voor het eerst zag. In de voorbereiding van Fantômas #2 – met vrijheid en verlangen als overkoepelende invalshoek – belandde ‘Freed from desire’ geregeld in de gesprekken tussen de redactieleden, drie ninetiestieners. Nostalgie kan een vreselijk valse valstrik zijn, maar melancholie is ons (of althans mij) niet vreemd.
De laatste film van de dag was Sonne, het debuut van Kurdwin Ayub, geproduceerd door Ulrich Seidl. Zoals je van een Seidl-productie mag verwachten, steunt Sonne op een (eerder makke) provocatie: tijdens een ironische twerk- en selfiesessie in hun slaapkamer zingen drie jonge meiden met diverse migratieachtergrond de – jawel… – ninetieshit ‘Losing my Religion’ van R.E.M.. De video van hun coverversie, ginnegappend in nikab en met make-up op, belandt op YouTube. Behalve een verongelijkte moeder valt er nauwelijks iemand over. Sonne verhaalt vervolgens de dynamiek van de vriendschap tussen de drie ‘zangeressen’, die worden uitgenodigd om ‘Losing my Religion’ te zingen op huwelijken en voor een groep moslimvrouwen op klapstoeltjes. Op papier zou het lezen als een typische Seidl-scène. Een passage in een televisietalkshow en enkele kokhalsmomenten na een middagje drinken later eindigt het stuurloze Sonne op de achterbank van de ouderlijke auto, het hoofd met verlopen mascara uit het raam, op zoek naar de vrijheid die de wind in het hoofd kan blazen, maar die de film niet heeft kunnen vatten. Zelfs niet voor eventjes.
De dag was al comateus begonnen, met Coma van Bertrand Bonello. Als een zelfverklaarde eenvoudige geste voor zijn dochter Anna koppelt dit antwoord op Nocturama (2016) dreigend doemsdagdenken aan zowel Gilles Deleuzes reflecties over het gevaar van opgeslorpt te raken in andermans dromen als de zucht naar vrijheid en betekenisvolle contacten in coronatijden. Ook stuurloos, maar dan meer zelfbewust stuurloos dan Sonne, reflecteert Coma op chaotische (tiener)angsten via een nachtmerrieachtige Free Zone in een nachtelijk bos, stop-motionanimatie met Barbie- en Ken-poppen en een stevige slok apocalyptische ernst. YouTube- en andere video’s zetten ditmaal de deur open naar een vaag horrorscenario.
Op dagen als deze lijkt elke film wel een coming-of-ageverhaal. In een veel meer beheerste, gefocuste filmtaal dan die van Sonne en Coma duikt Kind Hearts van Gerard-Jan Claes en Olivia Rochette in de tienerliefde tussen Lucas en Billie, twee Brusselaars die na hun middelbare school het studentenleven voor zich zien openvouwen. In gesprekken met elkaar en met vrienden vragen ze zich af wat leven en liefde hen zal brengen. Ook hier duiken chats en videoconversaties op, maar Kind Hearts voelt niet de noodzaak die in te passen in een verwarde pseudotienerwereld. Verwarring is er wel, maar die behoort toe aan Lucas, Billie en hun vrienden, niet aan een krampachtig ‘actuele’, veelvormige filmtaal. Net in de meer beheerste, vrij klassieke vormen van Kind Hearts krijgt de twijfel van de personages de ruimte om zich te ontwikkelen. “Liefde kills alle rationaliteit”, zegt een van de personages in deze bedachtzaam observerende film. Terwijl Sonne en Coma doen alsof ze zelf de grip hebben verloren, zich overgeven aan de ‘boulevard of broken dreams’ – zoals te lezen is op een poster in de meisjeskamer bij Bonello – en aansturen op nachtmerries, laat Kind Hearts de ruimte voor dromen.
Tijdens de lockdown werkte regisseur Chloé Malcotti in Brussel haar film Medusa af. Op het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) toonde ze die in aanwezigheid van drie van de acht protagonisten met wie ze in het Italiaanse kustdorpje Rosignano-Solvay de film maakte. Het was een weerzien na drie jaar afstandscontact.
Fantômas ontvangt en stuurt briefpost vanuit de filmzaal en wandelgangen. Ditmaal een bericht aan het festival Visite in Antwerpen, op de vooravond van hun recentste editie.
In her short documentary My Uncle Tudor, part of the international competition at Film Fest Gent, Olga Lucovnicova faces a troubled personal past. The letter she writes to Fantômas reflects on how such a personal story, told in a film, can bring about changes far beyond the cinema screen.
Fantômas ontvangt en stuurt briefpost vanuit de filmzaal en wandelgangen. Ditmaal een bericht van op het festival Courtisane in Gent.
Tijdens Film Fest Gent ontvangt Fantômas briefpost vanuit de filmzaal en wandelgangen. Met een vers gedrukt printnummer onder de arm lezen en kijken we mee.
Tijdens Film Fest Gent ontvangt Fantômas briefpost vanuit de filmzaal en wandelgangen. Met een vers gedrukt printnummer onder de arm lezen en kijken we mee.